Kleurtemperatuur
Met Kleurtemperatuur stelt u het beeld in op een
vooraf ingestelde kleurtemperatuur of selecteert u
Aangepast om zelf een temperatuur in te stellen
met Aangepaste kleurtemperatuur.
Kleurtemperatuur en Aangepaste kleurtemperatuur
dienen alleen te worden gebruikt door deskundige
gebruikers.
Een voorinstelling selecteren...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Kleur >
Kleurtemperatuur en druk op OK.
4 - Selecteer Normaal, Warm of Koel. Of selecteer
Aangepast als u een kleurtemperatuur zelf wilt
aanpassen.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Aangepaste kleurtemperatuur
Met Aangepaste kleurtemperatuur kunt u zelf een
kleurtemperatuur instellen. Als u een aangepaste
kleurtemperatuur wilt instellen, selecteert u eerst
Aangepast in het menu Kleurtemperatuur. De
instelling Aangepaste kleurtemperatuur is bedoeld
voor deskundige gebruikers.
Een aangepaste kleurtemperatuur instellen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3 - Selecteer Geavanceerd > Kleur > Aangepaste
kleurtemperatuur en druk op OK.
4 - Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag)
om de waarde aan te passen. WP is witpunt en BL is
zwartniveau. U kunt ook één van de vooraf
geprogrammeerde instellingen in dit menu selecteren.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
ISF - Modus Alleen RGB
Modus Alleen RGB is een ISF-expert-instelling om
over te schakelen op RGB-kleuren. Als u waarden in
Modus alleen RGB wilt wijzigen, stelt u eerst ISF
Dag of ISF Nacht in het menu Beeldstijl in.
De Modus Alleen RGB-waarde aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3 - Selecteer Geavanceerd > Kleur > Modus
Alleen RGB en druk op OK.
4 - Selecteer Rood, Groen, Blauw of Uit om de
RGB-modus uit te schakelen.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Contrastinstellingen
Contrastmodi
Met Contrastmodi stelt u het niveau van het
energieverbruik in. Het energieverbruik kan worden
verminderd door de intensiteit van de helderheid van
het scherm te verlagen. Kies voor een optimaal
energieverbruik of een beeld met optimale
helderheid.
Het niveau aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast >
Contrastmodus en druk op OK.
4 - Selecteer Standaard, Optimaal
stroomverbruik, Optimaal beeld of Uit.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Dynamisch contrast
Met Dynamisch contrast stelt u het niveau in
waarmee de TV automatisch de details verbetert in
de donkere, halfdonkere en lichte delen van het
beeld.
Het niveau aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast >
Dynamisch contrast en druk op OK.
4
- Selecteer Maximum, Medium, Minimum of Uit.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Contrast, helderheid
Met Helderheid stelt u het helderheidsniveau van het
beeldsignaal in. Helderheid dient alleen te worden
gebruikt door deskundige gebruikers. We raden niet-
52