Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE-HANDLEIDING
Schaar
5. INSTALLATIE
Installatie mag alleen worden
uitgevoerd door daartoe bevoegde
personen.
NALOPEN
KONTROLE
ALVORENS TE INSTALLEREN.
De hefbrug moet worden geïnstalleerd
in een gesloten ruimte waar weersom-
standighelden geen invloed hebben. De
plaats van installatie moet voldoende
afstand hebben van was- en verfopslag-
plaatsen en van ruimten waar explosie
gevaar is.
ELEKTRISCH AANSLUITPUNT
De klant moet er voor zorgdragen dat er
zich op de installatieplaats van de motor
een aansluitpunt bevindt dat aan de
gestelde wettelijke eisen voldoet (zie
blz. 4). Indien deze niet aanwezig is zal
de betrokken monteur een noodkabel
aanleggen. De brug zal getest worden
waarna
de
noodkabel
weggenomen zal worden. De klant zal
dan voor de aansluiting van de hefbrug
een
erkend
installateur
inschakelen.
INSTALLATIE
MATEN
DIE
BELANG ZIJN
De brug moet geïnstalleerd worden met
inachtneming van de maten t.o.v.
andere objecten (Fig. 4) en met
inachtneming van de regelgeving zoals
in de wet van het land waar de hefbrug
wordt geïnstalleerd is vastgelegd.
Let in het bijzonder op:
minimale hoogte van plafond op de
installatie plaats 5000 mm
minimale afstand tot muren 1 m
minimale werkruimte 500 mm
ruimte voor bediening
ruimte voor onderhoud, toegang en
vluchtroutes
positie t.o.v machines
in de nabijheid van stroomaansluit-
punt voor probleemloze aansluiting
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec.nl - E-mail:
ASG-3005
ASG-4005
PUNTEN
VERLICHTING
Alle delen van de hefbrug moeten gelijk
en voldoende verlicht zijn
Tijdens de installatie mogen
er geen onbevoegde personen in de
veiligheidszone
aanwezig zijn (Fig.4).
INSTALLATIE VAN DE BRUG
Haal de twee brugdelen uit de
verpakking. Plak de hydrauliek slangen
dicht met tape om vervuiling van de
slangen te voorkomen.
Om de rijbanen te verplaatsen moet een
hefwerktuig van voldoende capaciteit
weer
gebruikt worden. Laat de hefbrug op de
installatieplek zakken. Let hierbij op de
inrijrichting
moeten
VAN
Hef de rijbanen met behulp van een
kraan omhoog tot een hoogte van
AUTEC Hefbruggen bv
ongeveer 800 mm en zet de brug in zijn
vergrendeling.
Fig.4
rond
de
brug
AANSLUITEN HYDRAULIEK
(zie figuur 20)
Zet de bedieningskast op de juiste plek.
Let op de minimale ruimte t.o.v. andere
voorwerpen. Open de bedieningskast
met behulp van een inbussleutel. De
aansluitingen op het aansluitblok (Fig.7)
in de bedieningskast en de hydrauliek
slangen
hydrauliek
onderstaande tekeningen. En draai de
aansluitingen stevig aan.
Fig.5
UITGAVE 11-02-04
Fig.6
zijn
gemerkt.
Sluit
de
slangen
aan
volgens
Fig.7
info@autec.nl
nl/TD-ASG-4005-3
Advertenties
Inhoudsopgave
