Het las procédé
De lasboog (1) start tussen het las werkstuk en de uitschuivende lasdraad (2). De lasdraad
werkt zowel als electrode als toevoegmateriaal.. Het is op een rol gewonden en wordt
door het aanvoer mechanisme afgerold en tot in de toorts (7) geduwd. De lasspanning
bereikt de eletrode door de kontakttip (3) van de toorts. Het beschermgas (4) komende uit
het gasmondstuk (5) beschermt de elektrode, de lasboog en het smeltbad tegen de
omgevende lucht.
Er is een onderscheid tussen SHORT-ARC en SPRAY-ARC MIG/MAG lasprocédés.
Het eerste is de meest voorkomende. Het lassen gebeurt bij lage spanning en dunne
draad. Het is geschikt voor dunnere plaatdiktes. De boog die ontstaat tussen het werkstuk
en de lasdraad is heel kort. De fijne druppels kommen onmiddellijk in contact met het
smelt bad en creëren een kortsluiting hetgeen de maximale toegelaten stroom laat
bereiken. Eenmaal de kortsluiting verbroken is onstatt een nieuwe boog en herstart de
cyclus.
Bij deze procedure is het smeltbad relatief koud, wat een goede controleer baar en
makkelijk las techniek in alle posities toelaat.
Een goede lasafstelling resulteert in een snelhamerend geluid.
Het tweede lasprocedee wordt toegepast bij lassen van dikke onderdelen, met grote
warmte toevoer in het werkstuk.
De lasboog produceert kleine druppels die continu op het lasbad worden gesproeid.
Het bad is breed en erg vloeibaar, hierdoor beter geschikt voor vlakke lassen.
De lastoorts
1. contacttip
2. gasmondstuk
3. lastoorts trekker
4. lastoorts kabel
5. lasdraad (electrode)
De belangrijkste onderdelen zijn de contacttip, het beschermgas mondstuk en de trekker
die het lasprocedee start. De contacttip is vervangbaar om een variëteit van lasdraad
www.contimac.be
23