Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratiewizard: Primaire Zone - Daikin Altherma 3 M EBLA06E V3 Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma 3 M EBLA06E V3 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Door de weerstand van elk verwarmingstoestel te meten, kunt u de
exacte capaciteit van elk verwarmingstoestel instellen en zodoende
meer nauwkeurige energiegegevens hebben.
Type back-upverwarming
▪ Voor modellen met een geïntegreerde back-upverwarming is deze
vast ingesteld op 3V.
▪ Voor andere modellen kan dit worden ingesteld op Geen back-
upverwarming, of Extern verwarmingselement (d.w.z. wanneer
de optionele externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd).
#
Code
[9.3.1]
[E‑03]
▪ 0: Geen back-upverwarming
▪ 1: Extern verwarmingselement
▪ 2: 3V
Spanning
▪ Voor een 3V-model is dit vastgesteld op 230 V, 1ph.
▪ De optionele externe back-upverwarming kan worden ingesteld op
230 V, 1ph of 400 V, 3ph.
#
Code
[9.3.2]
[5‑0D]
▪ 0: 230 V, 1ph
▪ 2: 400 V, 3ph
Configuratie
De back-upverwarming kan op verschillende manieren worden
geconfigureerd. Ze kan worden geconfigureerd als 1-staps back-
upverwarming of als back-upverwarming met 2 stappen. Bij 2
stappen hangt de capaciteit van de tweede stap af van deze
instelling. Er kan ook een hogere capaciteit van de tweede stap
worden ingesteld in een noodgeval.
▪ Voor een 3V-model is dit vastgesteld op 1.
▪ De optionele externe back-upverwarming kan als volgt worden
ingesteld:
#
Code
[9.3.3]
[4‑0A]
▪ 0: Relais 1
▪ 1: Relais 1 / Relais 1+2
▪ 2: Relais 1 / Relais 2
▪ 3: Relais 1 / Relais 2 Noodbedrijf
Relais 1+2
INFORMATIE
Instellingen [9.3.3] en [9.3.5] zijn aan elkaar gekoppeld. Als
u één instelling verandert, wordt ook de andere gewijzigd.
Controleer dus bij het veranderen of de waarde van de
andere instelling nog steeds is zoals verwacht.
INFORMATIE
Tijdens normaal bedrijf is de capaciteit van de tweede stap
van de back-upverwarming bij nominale spanning gelijk
aan [6‑03]+[6‑04].
INFORMATIE
Als
[4‑0A]=3
en
de
stroomverbruik van de back-upverwarming maximaal en
gelijk aan 2×[6‑03]+[6‑04].
Capaciteit stap 1
#
Code
[9.3.4]
[6‑03]
▪ De capaciteit van de eerste stap van
de back-upverwarming bij nominale
spanning.
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Daikin Altherma 3 M
4P685229-1E – 2023.05
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
noodstand
is
actief,
is
het
Beschrijving
Extra capaciteit stap 2
Beperking:
Alleen
van
toepassing
upverwarmingskit is geïnstalleerd.
#
Code
[9.3.5]
[6‑04]
▪ Het verschil in capaciteit tussen de
tweede en de eerste stap van de back-
upverwarming bij nominale spanning.
De nominale waarde hangt af van de
configuratie
upverwarming.
7.2.5

Configuratiewizard: Primaire zone

De belangrijkste instellingen voor de primaire aanvoerwaterzone
kunnen hier worden ingesteld.
Afgiftesysteem
Het opwarmen of afkoelen van de primaire zone kan langer duren.
Dit hangt af van:
▪ het watervolume van het systeem
▪ het warmteafgevertype van de primaire zone
De instelling Afgiftesysteem kan een langzaam of een snel
verwarmings-/koelsysteem
compenseren
afkoelcyclus.
Bij
regeling
via
Afgiftesysteem invloed op de maximummodulatie van de
gewenste aanvoerwatertemperatuur en de mogelijkheid om op basis
van de binnenomgevingstemperatuur automatische tussen koeling/
verwarming om te schakelen.
Het is belangrijk Afgiftesysteem correct en in overeenstemming
met uw systeemlayout in te stellen. De streef-delta T voor de
primaire zone hangt van deze instelling af.
#
Code
[2.7]
[2‑0C]
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij
verwarming:
Beschrijving
Instelpuntbereik
ruimteverwarming
0: Vloerverwarming Maximum 55°C
1: Ventilo-
Maximum 55°C
convector
2: Radiator
Maximum 65°C
OPMERKING
Gemiddelde
aanvoerwatertemperatuur - (Delta T)/2
Dit betekent dat bij een zelfde instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur
afgevertemperatuur van de radiatoren lager is dan die van
de vloerverwarming, vanwege een grotere delta T.
Voorbeeld radiatoren: 40–10/2=35°C
Voorbeeld vloerverwarming: 40–5/2=37,5°C
Om te compenseren, kunt u:
▪ De weersafhankelijke curve gewenste temperaturen
verhogen [2.5].
▪ Modulatie
van
inschakelen en de maximale modulatie verhogen [2.C].
Bediening
Bepaal hoe de werking van de unit wordt geregeld.
7 Configuratie
als
de
externe
back-
Beschrijving
van
de
back-
tijdens
de
verwarm/
een
kamerthermostaat
heeft
Beschrijving
Doel-delta T bij
verwarming
Variabele (zie [2.B.1])
Variabele (zie [2.B.1])
Variabele (zie [2.B.1])
afgevertemperatuur
de
gemiddelde
de
aanvoerwatertemperatuur
Installatiehandleiding
=
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave