• druk op de knop voor de spilvergrendeling (8) en trek de bevestigingsschroef met
meegeleverde stiftsleutel (15) vast door deze linksom te draaien (linksdraad!).
Attentie: de pijl op het inzetgereedschap moet overeenkomen met de pijl op de behuizing
(looprichting).
Snijdiepte instellen
• Neem voordat u werkzaamheden aan het elektrisch gereedschap uitvoert, de
stekker uit het stopcontact.
• Open de klemhendel (2) door de sluitkap omhoog te trekken.
• Verschuif de kleminrichting tot de punt van de markering op de schaal (1) aan de
behuizing naar de gewenste snijdiepte wijst.
• Vergrendel de kleminrichting door de sluitkap omlaag te drukken.
• Het zaagblad mag niet meer dan 2 mm onder het werkstuk uitsteken.
Stofafzuiging
Sluit bij alle werkzaamheden met de cirkelzaag een externe stofafzuiging of een stofzuiger op
de cirkelzaag aan.
• Steek de adapter (10) in de opening van de machinebehuizing en sluit een industriële
stofzuiger aan, die geschikt is voor het te bewerken materiaal.
Parallelle aanslag
Met de parallelle aanslag (9) kunnen rechte sneden parallel aan een kant worden gezaagd.
• Draai de vastzetschroef los en steek de parallelle aanslag (9) door de beoogde
openingen van de basisplaat (7).
• Stel de gewenste breedte in aan de hand van de schaalverdeling op de aanslag en draai
de vastzetschroef vast.
Werking in-, uitschakelen
Controleer voor ingebruikneming of het inzetgereedschap vast gemonteerd is en of de
zaagbladbeveiliging probleemloos werkt.
-
Door de bedrijfsschakelaar (5) naar achteren te trekken, wordt de machine ingeschakeld.
-
Bij het loslaten van de bedrijfsschakelaar (5) schakelt de machine uit.
-
Voorzichtig: Inzetgereedschap draait nog door!
Door drukken op de ontgrendelingsknop (3) wordt de zaagbladbeveiliging (6) ontgrendeld.
Plaats de voorkant van de basisplaat op het te bewerken werkstuk. Richt daarbij de kerf aan de
voorkant van de basisplaat (11) op een eventueel op het werkstuk aangebrachte markering.
Schakel de cirkelzaag in door de bedrijfsschakelaar (5) naar achteren te trekken.
Zodra de zaag het volledige toerental bereikt heeft, drukt u op de ontgrendelingsknop (3) voor
de zaagbladbeveiliging en drukt u de machine omlaag.
Voer de cirkelzaag gelijkmatig en zonder grote druk naar voren door het werkstuk.
Attentie: Trek de cirkelzaag niet naar achteren!
Neem altijd eerst de zaag van het werkstuk en schakel de zaag vervolgens uit.
NL - 9