3 Gebruik
3.1
Montage-informatie
3.1.1
Belangrijke aanwijzingen
Montage bij geringe vloerdiktes
Aanwijzingen voor het gebruik van vloeropbouwplaten
3.1.2
Inbouwmaten
3.1.3
Gereedschap en materiaal
Bijzonder gereedschap
Advantix-buisdoorvoer R 120
De buisdoorvoer kan door kernboringen in vloeren van minstens
100 mm dikte worden geplaatst wanneer de totale vloerdikte inclusief
samengestelde afwerkvloer of vloeropbouwplaten minstens 150 mm
bedraagt.
Geringere vloerdiktes kunnen op een dikte van 150 mm worden
gebracht doordat ze met mortel worden verhoogd of met niet brandbare
vloeropbouwplaten (bijv. van calcium-silicaat) worden versterkt.
De montage is toegestaan op of onder de vloer. De bevestiging moet
n
met doorlopende draadstangen ≥ M8 worden uitgevoerd.
Wanneer er vloeropbouwplaten of betonsokkels gebruikt moeten
n
worden, om de gewenste brandwerendheidsklasse te bereiken,
moeten ze minstens 100 mm rondom de kernboring en 30 mm dik
worden gelegd.
Afb. 2: Maattekening voor model 4923.5
Voor kernboring
n
boormachine met boorkroon ∅ 100–122 mm
Gebruik
9 van 14