▷ Op de temperatuurbestendigheid van de afdich-
tingen letten!
Regelklep in de buisleiding inbouwen
▷ De volgende afbeelding kan van het betreffende
kleptype afwijken.
1
1
1
▷ Erop letten, dat beide waaierschijven aan de-
3
4
zelfde schroef gemonteerd worden.
▷ De regelklep spanningsvrij in de leiding monteren.
3
4
3
4
7
8
6 Regelklep centreren. Erop letten, dat de klepschijf
7
8
ongehinderd kan bewegen.
7
8
9
9
9
▷ Moet de regelklep zonder stelaandrijving gebruikt
worden, dan is een adapterset met handmatige
verstelling leverbaar, zie de toebehoren.
Stelaandrijving aan de BVA, BVG monteren
▷ Moet de regelklep op een andere stelaandrijving
dan IC 20/IC 40 gemonteerd worden, dan is een
adapterset leverbaar, zie de toebehoren.
▷ Voor de montage van regelklep BVA, BVG en
stelaandrijving IC 30/IC 50, zie de toebehoren of
de bedieningshandleiding Stelaandrijving IC 30/
IC 50, zie www.docuthek.com → Thermal Soluti-
ons → Products → 03 Valves and Butterfly valves.
Stelaandrijving IC 0/IC 40 aan BVx monteren
▷ Bij een voorgemonteerde stelaandrijving en re-
gelklep (IB..) is de montageset reeds gemonteerd.
Wordt de stelaandrijving naderhand gemonteerd,
dan is de montageset als bijartikel leverbaar, zie
de toebehoren.
▷ De stelaandrijving IC 20, IC 40 kan bij alle re-
gelkleppen 180° gedraaid worden ingebouwd.
–
2
2
BVG, BVGF, BVA, BVAF
2
1
1
5
1
5
1
5
BVH, BVHS
1
1
1
1
4
▷ Toegestane inbouwpositie van de IC: kabelwar-
4
4
4
1
1
BVHR
1
1
3
3
3
3
NL-4
OPGELET
Moet de aandrijving na de montage met de
regelklep 180° gedraaid worden, dan moet de
stelaandrijving van de regelklep losgemaakt
worden. Alleen de stelaandrijving verdraaien!
Anders kan een veranderde draairichting van
de klep tot schade aan het mechanisme en de
elektronica leiden.
2
2
2
2
2
2
2
2
tels wijzen in de richting ingang of uitgang van
de buisleiding.
2
2
2
2
4
4
4
4
3
3
3
3
Groef parallel
aan de geslo-
ten klepschijf
uitlijnen.