22
| Installatie
7.5
Monteer de toevoerluchtsensor
Monteer de toevoerluchtsensor in het toevoerluchtkanaal. Sluit de toevoerluchtsensor op de regelaar aan CU27–C in de
Access besturingskast. Maak de aansluitingen volgens onderstaande tabel.
Alle andere temperatuursensoren zijn af fabriek in de unit ingebouwd.
CU27
T81: UI1
T81: REF
Fig. 5 Geïnstalleerde toevoerluchtsensor, Topvex SC, linkse unit
7.6
Isoleer de kanalen
Isoleer de buitenlucht- en afblaasluchtkanalen om condensatie te voorkomen. Alle kanalen die in koude ruimten/ruim-
tes zijn geïnstalleerd, moeten goed geïsoleerd zijn. Gebruik minimaal 100 mm minerale wol met een plastic
diffusiebarrière.
Breng extra isolatie aan in plaatsen met extreem lage buitentemperaturen.
Pas op
• Indien de unit in een koude omgeving staat dienen de aansluitingen goed met isolatiemateriaal en tape
afgedekt te worden.
• Houd de kanaaluiteinden/-aansluitingen tijdens opslag en installatie zorgvuldig bedekt.
• Sluit geen droogtrommels aan op het ventilatiesysteem.
7.7
Geluiddemper
Installeer geluiddempers op zowel toevoer- als retourlucht om overdracht van ventilatorgeluiden door het kanaalsys-
teem te voorkomen.
Installeer een geluiddemper voor elke toevoerrooster om geluidsoverdracht tussen ruimtes te voorkomen.
TG-KH/PT1000 Kanaalsensor
1
2
21495813 | A001