Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
Wanneer de handset van het
basisstation is genomen, geven de
balkjes het batterijniveau aan (vol,
halverwege en bijna leeg).
Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes knipperen tot
het opladen is voltooid.
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Als de batterijen leeg zijn, wordt de handset
uitgeschakeld. Tijdens een telefoongesprek
hoort u waarschuwingstonen wanneer de
batterijen bijna leeg zijn. Na de waarschuwing
wordt de verbinding verbroken.
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand-bymodus
wanneer deze niet in gebruik is. Het stand-
byscherm toont de handsetnaam of de datum
en tijd, en het handsetnummer.
Tip
•
Houd MENU/OK ingedrukt om tussen de
handsetnaam en de weergave voor datum en tijd te
schakelen.
De signaalsterkte controleren
Het aantal balken duidt de
verbindingsstatus aan tussen de
handset en basisstation. Hoe meer
balken er worden weergegeven,
hoe beter de verbinding is.
•
Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat u belt of
een gesprek aanneemt en de functies van
de telefoon gebruikt.
•
Als u tijdens een telefoongesprek
waarschuwingstonen hoort, is de batterij
van de handset bijna leeg of is de handset
buiten bereik. Laad de batterij op of
beweeg de handset in de richting van het
basisstation.
Opmerking
•
Wanneer ECO+ wordt weergegeven, wordt de
signaalsterkte niet getoond.
De handset in- of
uitschakelen
Houd
ingedrukt om de handset in of uit te
schakelen.
NL
11