Algemenen bronnen van gevaar
Gebruik en bediening
•
Controleer voor het gebruik of de machine in de juiste toestand is
voor een veilig gebruik
•
De machine mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt
•
De machine mag niet in afgesloten ruimtes worden gebruikt
•
De machine mag alleen op de in de gebruiksaanwijzing vermelde
ondergrond worden gebruikt
•
De machine mag alleen gebruikt worden door personen die
getraind zijn in het gebruik of hebben laten zien te weten hoe de
machine moet worden gebruikt en expliciet opdracht hebben
gekregen de machine te gebruiken
•
Bij het starten van de motor mogen zich geen andere personen in
de onmiddellijke nabijheid van de machine bevinden
•
Alle veiligheidsvoorzieningen moeten juist aangebracht zijn en
functioneren
•
De machine mag nooit onbewaakt worden gelaten
•
Bij het verlaten van de machine moet de motor uit worden gezet
en moet ervoor worden gezorgd dat de machine niet door
onbevoegden in beweging kan worden gezet
•
De persoon die de machine bedient is verantwoordelijk voor
ongelukken met derden of hun eigendommen
•
Het is verboden op de treeplanken of andere plaatsen mee te
rijden.
Gevaar voor kinderen en huisdieren
•
De persoon die de machine bedient moet op de plaatselijke
omstandigheden letten, zoals het effect van geluid op personen
en dieren
•
De machine mag nooit op een helling uit worden gezet
•
Kinderen en huisdieren of vee mogen zich niet in de onmiddellijke
nabijheid van de machine bevinden
•
Kinderen mogen niet met de machine spelen.
Gevaar bij rijden
•
Rijd niet op hellingen steiler dan 10°
•
Bij rijden dwars op de helling mag de helling maximaal 10° zijn
•
Rijd voor de zekerheid niet met de gereedschapsdrager over de
helling, alleen op en neer. Draai niet op de helling. Het risico op
kantelen en uitglijden wordt vergroot door vochtig of nat gras
•
Verminder uw snelheid bij het rijden op hellingen.
UITPAKKEN / INBEDRIJFSSTELLING
Veiligheid
Voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, moet u de
gebruiksaanwijzing aandachtig hebben gelezen en vertrouwd zijn met
de functies van de machine.
Uitpakken en monteren
De TOURNO wordt in de fabriek gedeeltelijk gemonteerd en bij de
dealer afgeleverd.
Parkeer de machine op een stevige ondergrond en verwijder de
verpakking. Meegeleverde hulpstukken moeten worden bevestigd
volgens de montage instructies.
Voordat u de motor voor de eerste keer start, moet u het oliepeil en
het bandstofgehalte controleren.
Zoek bij storingen de oorzaak op onder Storingen zoeken of neem
contact op met de verkoopdealer.
Tips voor elektrische onderdelen
•
Elektrische onderdelen mogen niet worden geopend of
beschadigd
•
Er mogen geen onderdelen van andere fabrikanten aan de
elektrische aansluitingen worden aangesloten.
Gevaren specifiek voor het product
•
Rijd niet over ontvlambare of hete voorwerpen heen (bijvoorbeeld
gloeiende kooltjes). Levensgevaar als gevolg van verbranding!
Gevaar door gebruik van een motor
•
Raak de onderdelen van de motor tijdens en kort na gebruik niet
aan. Groot gevaar op verbranding door hete oppervlakken
•
Zet de motor uit en laat deze afkoelen voordat werkzaamheden,
inclusief onderhoud, reiniging en reparatie, worden uitgevoerd
•
Vul bij draaiende motor geen brandstof bij. Dit is levensgevaarlijk
vanwege gevaar op brand en ontploffing
•
Veeg gemorste brandstof meteen met een doek weg. Gemorste
brandstof is levensgevaarlijk vanwege gevaar op brand en
ontploffing
•
Bewaar benzine in speciaal daarvoor bestemde tanks
•
Uitlaatgassen zijn giftig en schadelijk voor de gezondheid. Adem
geen uitlaatgassen in.
Eerste inbedrijfstelling
Controleer voor de eerste ingebruikname of alle veiligheids-
voorzieningen zijn geïnstalleerd. Alle bevestigingsschroeven moeten
na een gebruiksduur van ca. een uur opnieuw worden vastgedraaid.
Als er fouten optreden in de functie die u niet zelf kunt verhelpen met
de instructies in de sectie Storingen zoeken, neem dan onmiddellijk
contact op met uw Remarc-dealer. Doorgaan met het gebruik van de
machine kan schade veroorzaken of vergroten.
Functietest / Machine starten
1.
Parkeer de machine veilig op een vlakke ondergrond
2.
Controleer het motorolie- en brandstofpeil
3.
Trek indien nodig beschermingsmiddelen aan
4.
Zet de machine aan.
Bladzijde | 5