6.
Montage van de aandrijving
6. Montage van de aandrijving
Attentie:
Indien de aandrijving wordt geleverd met
een tweedelige rail, dient u de montage-
instructies in acht te nemen die met de rail
zijn geleverd.
6 / 1
1
Plaats de grijze tandwieladapter op de
motoraandrijfas.
Schroef de rail samen met de klembeugels op de
aandrijving vast.
Zorg dat de schroeven goed worden vastgedraaid.
6 / 2
2.
Druk de rode ontkoppelingspin die de noodontkop-
peling en de trekstang van de aandrijving weer in
werking zet in de loopwagen.
a. Zie afb. 6 / 2 om de ontkoppelingspin die de
noodontkoppeling weer in werking zet in de
loopwagen te drukken.
6 / 3
b. Zie fig. 6 / 3 om de trekstang op de loopwagen
P
Pagina 7
7
te bevestigen. Let op de positie van het
noodontkoppelings trekkoord zodat het na
installatie op de goede plaats zit.