f Zorg voor een wachtwoord dat moeilijk te raden is.
f Wijzig uw wachtwoord regelmatig. U kunt een wachtwoord instellen in het [BEVEILIGING]-menu →
[VERANDER PASWOORD].
f Panasonic Connect Co., Ltd. of aangesloten bedrijven zullen nooit rechtstreeks om uw wachtwoord vragen.
Verstrek nooit uw wachtwoord als u dergelijke verzoeken krijgt.
f Het netwerk waarop de projector is aangesloten, moet beveiligd zijn met een firewall, enz.
f Stel een wachtwoord in voor beheer via een webbrowser en beperk de bevoegdheid van gebruikers die kunnen
inloggen. Een wachtwoord voor beheer via een webbrowser kan worden ingesteld op de [Change password]-
pagina van het scherm voor beheer via een webbrowser.
Afvalverwijdering
Vraag uw gemeente of dealer naar informatie over hoe het product op de juiste manier voor afvalverwerking kan
worden aangeboden. Verwijder het product zonder het te demonteren.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
rVoor een goede beeldkwaliteit
Prepareer een geschikte ruimte om een prachtige afbeelding in hoger contrast te kunnen zien. Trek gordijnen of
jaloezieën dicht en doe alle lichten in de buurt van het scherm uit om te voorkomen dat licht van buitenaf of van
binnenuit op het scherm schijnt.
rRaak het oppervlak van de projectielens niet met blote handen aan.
Als het oppervlak van de projectielens vuil wordt door vingerafdrukken of iets anders, dan wordt deze vervuiling
op het scherm uitvergroot.
rElektronica DLP
f De elektronica van DLP zijn precisieonderdelen. Houd er rekening mee dat pixels of precisieweergaven kunnen
ontbreken of altijd verlicht zijn. Een dergelijk fenomeen is geen storing.
f Het richten van een laserstraal op het lensoppervlak kan schade aan de elektronische onderdelen van de DLP
veroorzaken.
rVerplaats de projector niet en stel de projector niet bloot aan trillingen en stoten
wanneer de projector gebruikt wordt.
Dit kan de gebruiksduur van de ingebouwde motor doen verkorten.
rLichtbron
De lichtbron van de projector maakt gebruik van lasers en heeft de volgende eigenschappen.
f Afhankelijk van de omgevingstemperatuur tijdens de werking van de projector neemt de luminantie van de
lichtbron af.
Hoe hoger de temperatuur wordt, des te meer de luminantie van de lichtbron afneemt.
f De luminantie van de lichtbron neemt tijdens de gebruiksduur af.
De tijdsduur waarna de luminantie van de lichtbron met de helft afneemt, hangt af van de instelling van het
[PROJECTOR INSTELLING]-menu → [BEDRIJFSINSTELLING] → [BEDRIJFSMODUS].
De geschatte tijdsduur waarop de luminantie van de lichtbron met de helft is afgenomen, is als volgt:
g Wanneer [BEDRIJFSMODUS] op [NORMAAL] of [STIL] staat: Ongeveer 20 000 uur
g Wanneer [BEDRIJFSMODUS] op [ECO] staat: Ongeveer 24 000 uur
g Wanneer [BEDRIJFSMODUS] op [LANGE LEVENSD.1] staat: Ongeveer 43 000 uur
g Wanneer [BEDRIJFSMODUS] op [LANGE LEVENSD.2] staat: Ongeveer 61 000 uur
g Wanneer [BEDRIJFSMODUS] op [LANGE LEVENSD.3] staat: Ongeveer 87 000 uur
De luminantie kan voor dezelfde werkduur behouden blijven door de instelling in het [PROJECTOR
INSTELLING]-menu → [BEDRIJFSINSTELLING] → [CONTANTMODUS] op [AUTO] te zetten.
Deze doorlooptijd is een ruwe schatting wanneer de projector wordt gebruikt zonder de instelling
[BEDRIJFSMODUS] te wijzigen, en varieert afhankelijk van individuele verschillen en gebruiksomstandigheden.
Als de helderheid zichtbaar minder is en de lichtbron niet meer aan gaat, vraag dan uw dealer om de
binnenkant van de projector te reinigen en/of de lichtbron te vervangen.
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
NEDERLANDS - 15