Inhoudsopgave
Advertenties
9.4
Schakelaar (Fig. 5)
De boormachine wordt in- en uitgeschakeld door te trekkerschakelaar in te duwen of los te
laten.
Laat de trekkerschakelaar los om de boormachine UIT te schakelen en ze snel tot stilstand te
laten komen (elektrische rem).
9.4.1
Vergrendeling van de schakelaar
De trekkerschakelaar kan in de UIT stand vergrendeld worden (Fig. 6).
Dit helpt om ongewenst starten te voorkomen wanneer het gereedschap niet in gebruik is. Zet
de keuzeschakelaar voor de draairichting in zijn middenstand om de trekkerschakelaar te
vergrendelen.
9.4.2
Draairichting
De draairichting wordt bepaald door de keuzeschakelaar voor de draairichting die zich boven
de trekkerschakelaar bevindt.
Wanneer u de boormachine in de normale werkstand vasthoudt dan moet de keuzeschakelaar
voor de draairichting naar links staan (langs rechts ingedrukt zijn) om te boren. De
draairichting is omgekeerd wanneer de schakelaar naar rechts staat (langs links ingedrukt
zijn). Wanneer de schakelaar in zijn middenstand staat, is de trekker vergrendeld (Fig. 6).
9.4.3
Regelbare snelheid
Dit gereedschap is uitgerust met een schakelaar met snelheidsregeling die een hogere
snelheid en draaimoment levert wanneer er meer drukkracht op de trekker wordt uitgeoefend.
De snelheid wordt bepaald door de mate waarin de trekker wordt ingeduwd.
9.5
Aanbrengen/verwijderen van bits (Fig. 7)
Deze boormachine heeft een sleutelloze boorkop met vergrendeling (12) om te voorkomen dat
de boor loskomt.
§
Hou de handgreep van de boormachine met een hand stevig vast.
§
Draai de ring van de boorkop met de andere hand in tegenwijzerzin totdat de opening in
de boorkop groot genoeg is om het gereedschap op te nemen.
§
Stop de boor of schroevendraaierbit in de boorkop.
§
Draai de ring in wijzerzin totdat het gereedschap stevig vastgeklemd zit.
§
Verwijder het gereedschap door deze stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
9.6
Instellen van het draaimoment (Fig. 8)
Het draaimoment wordt ingesteld door aan de instelring voor het draaimoment (11) te draaien;
het moment is groter wanneer de instelring op een hogere waarde staat, het is kleiner
wanneer de instelring op een lagere waarde staat. "1" is de laagste stand en "
Het draaimoment wordt ingesteld m.b.v. van de instelring en u kunt het geschikte
draaimoment instellen volgens de gebruikte schroeven of materiaal. Wanneer de schroef lang
is en het materiaal hard, kunt u een hogere instelling gebruiken.
1-5
Voor het aandraaien van kleine schroeven
6-10
Voor het schroeven in zachte materialen
11-15
Voor het schroeven in zachte en harde materialen
16-20
Voor het schroeven in hard hout
21-24
(
Voor het klopboren
Copyright © 2011 VARO
) Voor zwaar boorwerk
P a g i n a
POWXQ5250
| 9
NL
" de hoogste.
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
