6
Selecteer de afdrukstand Staand of Liggend.
Opmerkingen:
•
Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt.
•
Zorg dat u in de toepassing dezelfde afdrukstand hebt geselecteerd.
7
Klik op OK.
8
Klik op OK.
9
Klik op OK of Afdrukken.
Transparanten afdrukken
1
Plaats transparanten in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op OK of Afdrukken.
Opmerking: Verwijder de afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat de transparanten drogen
voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de transparanten. De transparanten moeten ongeveer
15 minuten drogen.
Gesorteerde exemplaren afdrukken
Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set
(gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groep met pagina's (niet gesorteerd).
Gesorteerd
Niet gesorteerd
1
Plaats papier in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Selecteer op het tabblad Kwaliteit/exemplaren het aantal foto's dat u wilt afdrukken.
5
Schakel het selectievakje Sorteren in.
6
Schakel het selectievakje Afdrukken in omgekeerde volgorde in.
7
Klik op OK.
8
Klik op OK of Afdrukken.
Meerdere pagina's afdrukken op één vel
1
Plaats papier in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken
21