13. Herhaal deze stappen totdat u klaar bent met het invoeren van rasternummers voor
kolommen J tot en met P, en selecteer vervolgens OK.
14. Controleer het bericht en selecteer OK.
De derde set rasters wordt afgedrukt.
15. Controleer de derde controlerasters en tik op a. Zoek in kolom a het raster met de minst
waarneembare strepen en selecteer vervolgens het nummer van dat raster.
Opmerking
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
Subtiele horizontale strepen
Duidelijk zichtbare horizontale strepen
16. Herhaal deze stappen totdat u klaar bent met het invoeren van rasternummers voor
kolommen b tot en met h, en selecteer vervolgens OK.
17. Selecteer OK in het bevestigingsbericht.
170