4. HET LOGBOEK VAN DE HOOGTEMETER MODUS [LOG]
De eigenschappen van het logboek van de hoogtemeter modus:
• Slaat gegevens op over de hoogtes die tijdens een evenement bereikt zijn (= log),
en ook de tijdens het gebruik van de hoogtemeterfunctie in het geheugen
ingevoerde hoogteposities.
• In het logboek wordt de volgende informatie opgeslagen: datum en tijd waarop het
log begonnen is, toegenomen / afgenomen hoogte tijdens het log, de gemiddelde
klim- / daalsnelheid tijdens het log, de maximale / minimale hoogte tijdens het log,
de cumulatieve toename / afname van de hoogte sinds het wissen van het
geheugen (maximaal 1 jaar), de datum waarop het geheugen gewist is en de
datum waarop de hoogteposities met de hoogtemeterfunctie in het geheugen zijn
ingevoerd.
Het logboek op het display modus:
Controleer de functiebalk. Als het driehoekige pijltje niet LOG aanwijst, DRUK dan op
de [+] of [-] knop tot het driehoekige pijltje boven LOG op de functiebalk staat.
Op het display ziet u de volgende informatie:
• Veld 1 toont de gemiddelde klimsnelheid
• Veld 2 toont het totaal geklommen hoogteverschil
• Veld 3 toont de gemiddelde daalsnelheid
• Veld 4 toont het totaal gedaalde hoogteverschil
Als de opname in het logboek loopt, knippert de pijl van de functiebalk elke 0,5
seconde.
Let op: Als u in de functie ALTI niet binnen 20 uur op een knop drukt, verlaat u deze
functie en keert u terug naar de hoofdfunctie TIME.
19