6.
Maak geen korte bochten, rij bij voorkeur rechtlijnig; de ondergrond en machine
kan beschadigd worden.
7.
Stel de machine niet te agressief in; dit kan resulteren in een ongewenste
beschadiging op de ondergrond, en extra slijtage van de borstels.
9.0
START/STOP PROCEDURE
De start procedure is ZEER belangrijk. Als deze procedure niet wordt uitgevoerd als hieronder is
beschreven, kunnen er serieuze beschadigingen aan de te bewerken ondergrond ontstaan.
De start procedure is als volgt:
1. Controleer de Extreme Clean II goed op loszittende onderdelen en kijk of alle onderdelen goed
functioneren.
!! Indien er losse onderdelen zijn geconstateerd of onderdelen niet goed werken dan
dienen de problemen eerst verholpen te worden alvorens de Extreme Clean II
te gebruiken !!
2. Rij naar de plek waar de bewerking moet plaatsvinden.
!! Verzeker u ervan dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen beweging
kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
3. Stel de agressiviteit in zoals besproken in hoofdstuk 5.
4. Zet de tractor motor op ca 1200 omw/min.
5. Laat de machine zakken, totdat de machine met de wielen op de grond staat.
6. Schakel de aftakas in, en verhoog het aftakas toerental tot de maximaal toelaatbare
waarde.
7. Schakel de tractor in de juiste versnelling.
8. Breng de tractor in voorwaartse beweging en voer de rijsnelheid op tot maximaal 12 Km/h
(7.5 mph).
Stoppen geschiedt als volgt:
1. Breng de tractor tot stilstand.
2. Verlaag het motor toerental naar 1200 omw/min.
3. Ontkoppel de aftakas.
4. Hef de machine.
5. Rij naar de volgende plek toe en start de bewerking als hierboven besproken.
14