Programmeerfuncties
Geheugenfunctie
Kiest u een bijkomende functie en/of
wijzigt u het centrifugeertoerental,
dan slaat het toestel die instellingen
bij de start van het programma op.
Kiest u opnieuw het wasprogramma,
dan geeft het toestel de opgeslagen
bijkomende functies en/of het centrifu-
geertoerental weer.
De geheugenfunctie werd in de fabriek
niet ingesteld.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program-
makiezer. De toets Start en de pro-
grammakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspa-
neel af te lezen.
Voorwaarden:
– De wasautomaat is uitgeschakeld.
– De wasautomaat is vergrendeld.
– De programmakiezer staat op Einde.
60
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge-
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets _ aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
toets Start brandt . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Kreukherstellend 60°C:
In het display knippert nu een P afge-
wisseld met het getal 0 of 1.
0 = de geheugenfunctie is
uitgeschakeld.
1 = de geheugenfunctie is
ingeschakeld.
F Door op de toets Start te drukken,
schakelt u het display om van 0 naar
1 of van 1 naar 0.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets _.
De gekozen instelling van de program-
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.