Inhoudsopgave
Advertenties
• Om schakelfouten te voorkomen, mogen geen
bewegende objecten, zoals bomen en struiken
binnen het detectiebereik van de bewegings-
melder aanwezig zijn. Als het detectiebereik
aan een straat ligt, kunnen langsrijdende
motorvoertuigen het product onbedoeld in-
schakelen.
• Om storende invloeden te voorkomen, moet de
bewegingsmelder worden beschermd tegen
direct zonlicht, tegen licht van halogeenschijn-
werpers en tegen licht reflecterende oppervlak-
ken, zoals als zwembaden en vijvers.
• Alleen bedoeld voor installatie buiten handbe-
reik: De optimale montagehoogte bevindt zich
op ca. 2 - 2,5 m hoogte. Als deze wordt over-
schreden, wordt het detectiebereik mogelijk
kleiner (zie afb. G).
• Een optimaal schakelgedrag wordt bereikt als
het detectiebereik van de bewegingsmelder
dwars wordt gepasseerd. Voor zover mogelijk
dient u de bewegingsmelder zo uit te lijnen, dat
de belangrijkste benaderingsrichting niet fron-
taal ten opzichte van de bewegingsmelder is.
Optimale montageplek voor het zonne-
paneel
Het zonnepaneel is de belangrijkste stroombron
voor het product. Het absorbeert het zonlicht,
verandert het in stroom en laadt daarmee de
accu's op. Hoe langer het zonnepaneel aan direct
zonlicht wordt blootgesteld, hoe sneller de accu's
opladen. Om het optimaal functioneren van het
product te garanderen, dient u de volgende voor-
waarden in acht te nemen:
• Het zonnepaneel
15
waar het overdag maximaal zonlicht kan ab-
sorberen. Een positionering in direct zonlicht is
daarvoor het meest geschikt.
8-872-IM-SOLAR_STRAHLER-WuK2020-3-PRINT.indd 13
op locatie aanbrengen
• Vermijd elk type schaduw of bedekking
(bijv. vuil, bladeren of sneeuw).
• Monteer het zonnepaneel niet achter een ruit,
omdat deze de infraroodstralen, die nodig zijn
voor het opladen van de accu's, uitfiltert.
• Houd bij het kiezen van de montagelocatie re-
kening met de lengte van de laadkabel (3 m).
Montage
WAARSCHUWING!
Elektrocutiegevaar!
Een onjuiste montage kan leiden tot een
elektrische schok.
• Controleer of achter de geplande beves-
tigingslocaties geen kabels of andere
elektrische leidingen aanwezig zijn.
Om schakelfouten de voorkomen, moet
het product vast worden gemonteerd.
Bewegingen van het product hebben
dezelfde uitwerking als warmtebewe-
gingen in het detectiebereik.
Schijnwerper monteren
1. Kies een geschikt montageoppervlak uit
(zie hoofdstuk "Montageplek bepalen").
8
2. Haal de achterwand
van de schijnwerper
af door de bevestigingsschroef
3. De achterwand (voor de wandmontage) of de
wandhouder
13
(voor hoekmontage) op het
montageoppervlak houden en de bevestigings-
punten aftekenen.
4. Boor met een boormachine
plaats de pluggen
17
.
7
6
los te draaien.
19
twee gaten en
13
29.09.20 09:29
Advertenties
Inhoudsopgave
