Inhoudsopgave
Advertenties
ECOMOW470 Accu-grasmaaier – Veiligheids- en bedieningshandleiding
6. De motor van de maaier stopt niet als de
bedieningshendel wordt losgelaten.
7. Het lukt niet meer om het hele gazon met
één acculading te maaien.
8. De grasopvangzak vangt het gemaaide
gras niet goed op.
9. De grasmaaier draait niet.
10. Het stopsysteem werkt niet naar behoren. A. Het circuit wordt onderbroken terwijl de
– het mes scherp is
– het mes verbogen of beschadigd is, of los zit
– de onderkant van het chassis en/of de
uitvoeropening en/of de grasopvangzak verstopt zijn
C. Mogelijk is de maaihoogte te laag ingesteld, waardoor
de motor te zwaar werd belast omdat hij te veel gras
tegelijk moet maaien. Verhoog de maaihoogte.
A. Mogelijk is het motorrelais defect. Neem de accu uit de
maaier om de motor te doen stilvallen.
A. Was het accupack volledig opgeladen toen u begon
met maaien?
B. Na een tijd – gewoonlijk pas na een aantal jaar – is het
accupack aan vervanging toe.
C. Een andere mogelijke oorzaak is dat het mes te bot is
en gescherpt moet worden.
A. De grasopvangzak is vol. Maak de opvangzak leeg en
maak hem zo nodig schoon.
B. Het gras is te lang, of de maaihoogte is te laag
ingesteld.
C. U duwt de maaier te snel. Doe het wat rustiger aan.
D. Mogelijk zit de uitvoertrechter verstopt. Neem de accu
uit de maaier, draai hem om en verwijder de grasprop.
E. Is het mes juist gemonteerd? Zit het mes niet
ondersteboven op de as?
A. Als de motor niet draait, is het groene lampje uit. En
als de motor draait, brandt het groene lampje.
a.
Controleer of de accu goed is aangesloten en of
er geen isolerend materiaal tussen de accu en
de koperen geleider zit.
b.
Zorg ervoor dat de grasmaaier niet wordt
gebruikt als hij te warm is door de weerstand
die de maaier heeft moeten overwinnen. Als dat
het geval is, neem de accu dan uit de maaier en
wacht 3 tot 5 minuten tot die is afgekoeld.
c.
Controleer of de accu defect is en daardoor de
onstabiele stroomspanning veroorzaakt.
Vervang de accu en test opnieuw.
B. Als het groene lampje brand wanneer het circuit is
uitgeschakeld of wanneer de motor draait.
a.
Controleer of de bedieningshendels en de knop
van de stroomonderbreker goed zijn
aangesloten.
b.
Controleer of de Mower/Auxiliary-schakelaar
goed is aangesloten.
c.
Controleer of de 4Pin-kabel goed aangesloten
is met de 4Pin-plug.
bedieningshendel nog is ingedrukt.
a.
Controleer of de accu goed is aangesloten en of
er geen isolerend materiaal tussen de accu en
de koperen geleider zit.
B. De maaier draait zonder rem.
a.
Controleer de goede staat van de schakelaar,
en kijk na of de remkabel niet onderbroken is.
12
Advertenties
Inhoudsopgave
