3.2.2
Change-over ingang/uitgang
De communicatierichting van het change-over signaal kan worden bepaald met switch 6.
SW6 OFF:
potentiaal vrije ingang change-over. De warmtepomp bepaalt of er verwarmt of gekoeld wordt, de Multikit
regelaar volgt hierop.
SW6 ON:
De Master thermostaat (of Tydom, programmeur) bepaalt of er verwarmt of gekoeld wordt en stuurt dit signaal
naar de warmtepomp.
Dit is geen potentiaal vrije uitgang! Bij uitgang change-over: spanning < 28V DC, stroomsterkte <50mA.
Let op de montage richting. + op
BUS-aansluiting
Op de 2 BUS-aansluitingen wordt aangesloten:
Bedrade BUS-thermostaat (RT09-0702/RT09-0704)
-
Radio ontvanger X3D Multikit (RT09-0710), voor draadloze toepassingen
-
Koppelen van extra Multikit voor 16 aansluitingen (zie ####)
-
Er mogen max. 4 kabels per aansluiting worden toegepast. Gebruik voor de bekabeling een twisted-pair kabel min. 6/10
maximale kabellengte bedraagt 30m.
Let bij het aansluiten op de polariteit + en - !.
3.2.3
Pomp – en ketelsturing
Uitgang circulatiepomp
Uitgang circulatiepomp P is klem 1-2 op de aansluitstrip.
Potentiaalvrije uitgang. Maximaal 2A , 230V AC per uitgang.
Antiblokkeringsfunctie, de pomp wordt automatisch ingeschakeld voor 1-10 minuten per week als er in deze periode geen activering
is. Het relais wordt geactiveerd 3 minuten (instelbaar) na warmte- of koudevraag op de zone's
Uitgang verwarmingsketel
Uitgang verwarmingsketel G is klem 3-4 op de aansluitstrip.
Potentiaalvrije uitgang. Maximaal 2A , 230V AC per uitgang.
Het relais wordt geactiveerd 3 minuten (instelbaar) na warmte- of koudevraag op de zone's
3.2.4
Zone uitgang thermomotoren
Er zijn 8 uitgangen om de zonekleppen te sturen.
Per uitgang is een maximale continu stroomsterkte van 1A 230V AC toegestaan, over de totale 8-zones mag dit niet meer als 4A
zijn.
De maximale inschakelstroom per zone bedraagt 2A en max. 6A over alle zones.
Bij gebruik van 3-punts motoren (switch SW3=ON) kunnen per module max. 4 zones worden ingesteld.
3.2.5
Aansluiting voeding thermomotoren
De voeding voor de (thermo) motoren moet worden aangesloten op klem 21 (N) en 22 (L). De
motoren kunnen gevoed worden met 24V AC/DC of 230V-240V AC.
Bij toepassing 230V kunt u een brug aanbrengen tussen 22-23 (L) en 21-24(N).
en – op
e
. De