Flexibele slangen
Dichtheid controleren
Omschakeling van de gassoort
28
Gebruikt u flexibele slangen, let er dan op dat:
• De slangen niet ingeklemd of bekneld worden.
• De slangen niet aan trek- of draaikrachten
onderhevig zijn.
• De slangen bijv. niet in contact komen met
snijkanten of scherpe randen.
• De slangen niet in contact komen met
onderdelen die een temperatuur van meer dan 70
°C boven kamertemperatuur kunnen bereiken.
Zorg ervoor dat de slangen in hun volle lengte voor
controle toegankelijk zijn.
Controleer na aansluiting van de gasleiding met
zeepsop of de verbindingen dicht zijn.
Wanneer het apparaat niet al op de beschikbare
gassoort ingesteld is, dient het omgezet te worden.
Ook de omzetting naar een andere gassoort dient
door een erkend vakman en met inachtneming van
de geldende voorschriften te worden uitgevoerd.
De gassoort en -druk, die vooraf in de fabriek zijn
ingesteld, zijn op het typeplaatje aan de onderkant
van het apparaat weergegeven.
Voor de omzetting van de gassoort moeten de
koppen worden vervangen. De minimale gastoevoer
dient te worden ingesteld.