5.
Maak de eventueel aanwezige kussenklemmen
of dwarssteunen los (zie afbeelding 5)
6.
Het verwarmingselement voor de zitting kan
nu tussen de bekleding en het kussen gelegd
worden (zie afbeelding 6).
Voor het overbruggen van de bevestigingsgleuven resp. van de dwars-
steunen, waarmee de bekleding aan het kussen bevestigd wordt, is het
verwarmingselement voorzien van een uitsparing. Afhankelijk van het soort
zitting, kan dit gedeelte door de gleuven geleidt worden (zie afbeelding 7) of
door insnijdingen in de dwarssteuntunnel gelegd worden. Fixeer het
verwarmingselement met dubbelzijdig plakband aan het schuimrubberen
kussen zodat het niet meer weg kan glijden. Verder moet u opletten dat zich
geen vouwen of kreuken kunnen vormen.
Let op! Als er insnijdingen in het verwarmingselement noodzakelijk
zijn, moet op het verloop van de verwarmingsleidingen gelet
worden. Deze leidingen mogen niet beschadigd of extreem
gebogen worden.
7.
Het verwarmingselement voor de leuning
wordt op dezelfde manier gemonteerd.
10
8.
De bekleding van de leuning kan aan de
onderkant geopend worden (zie afbeelding 8).
9.
Het verwarmingselement wordt tussen de
bekleding en het armsteunkussen ingeschoven
en zonder vouwen gefixeerd met dubbelzijdig
plakband (afbeelding 9).
Het verwarmingsvlak moet ca. 30-35 cm over
het steunvlak komen, omdat de bestuurder bij
een normale zithouding alleen op dit vlak
steunt. Als de leuningen met airbags uitgerust
zijn bevinden zich aan de bekleding breuk-
vlakken. De bekleding van de leuning mag
dan niet te strak aangetrokken en niet
verschoven worden.
Elektrische aansluiting
Zoek een geschikte plaats voor het inbouwen van
de schakelaar voor de stoelverwarming. Indien
mogelijk, moeten eventueel aanwezige openin-
gen
met
afdekkapjes
gebruikt
Controleer, of er voldoende plaats voor het inbou-
wen van de schakelaar is.
worden.
11