Met de functie Tracking wordt uw route vastgelegd. Als u de tracking start, registreert uw toestel uw locatie
en wordt de routelijn bijgewerkt op het ingestelde vastleginterval. Uw toestel legt spoorpunten vast en verzendt
deze via het satellietnetwerk op het opgegeven verzendinterval. U kunt het totaal aantal verstuurde spoorpunten
bekijken.
TIP: U kunt het vastleginterval en het verzendinterval aanpassen om de levensduur van de batterij
(Trackinginstellingen,
pagina 12) te optimaliseren.
OPMERKING: Als de opslagruimte vol is, worden oudere spoorpunten overschreven en wordt er een minder
gedetailleerde routelijn bewaard.
Spoorlogboek wissen
Voordat u het spoorlogboek kunt wissen, moet u beginnen met tracking.
1 Selecteer OK op de Volgen-pagina.
2 Selecteer Wis log.
Het vastgelegde spoorlog wordt verwijderd.
De functie Tracking starten
Selecteer OK op de Volgen-pagina.
Op uw MapShare webpagina worden uw routelijn en spoorpunten weergegeven, zodat vrienden en familie uw
reis kunnen volgen.
De functie Tracking stoppen
1 Selecteer OK op de Volgen-pagina.
2 Selecteer Niet meer volgen.
Uw MapShare webpagina delen
Voordat u een koppeling naar uw MapShare webpagina kunt delen met andere personen, moet u MapShare
inschakelen in uw explore.garmin.com-account.
1 Selecteer OK op de Volgen-pagina.
2 Selecteer Verzend MapShare > Select. contactpers.
3 Kies ontvangers in uw lijst met contactpersonen of voer de contactgegevens van een ontvanger in.
4 Selecteer Verzend MapShare.
Het systeem voegt aan het eind van uw bericht automatisch tekst toe, inclusief de koppelingsinformatie.
GPS-satellietsignalen ontvangen
Voordat u GPS-navigatiefuncties kunt gebruiken, moet u satellietsignalen ontvangen.
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen
en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van
diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst
hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt.
De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
1 Het toestel inschakelen.
2 Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan tot 60 seconden duren voordat u satellietsignalen ontvangt.
3 Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.
8
Tracking
Navigatie
Tracking