Netwerk
Netwerk
Overzicht
Klik op Netwerk om naar het overzicht te gaan.
Het overzicht is onderverdeeld in de volgende punten:
•
LAN
•
E-mail
•
Ports
Klik op een symbool om naar de instellingen te gaan.
Algemeen
Hierbij een overzicht van de begrippen die van belang
zijn voor gebruik van de apparatuur in netwerken.
Parameters
Instelling
IP-adres
Een IP-adres is het unieke adres van
een netwerkapparaat binnen het
netwerk.
Dit adres mag binnen een netwerk
slechts één enkele keer voorkomen.
Er zijn bepaalde adresreeksen
gereserveerd voor openbare
netwerken zoals bv. het Internet.
Subnetmasker Is een bitmasker dat gebruikt wordt
voor beslissingen resp. toewijzingen
bij routing.
In Heimnetzwerken standardmäßig
255.255.255.0
Gateway
Netwerkapparaat binnen een netwerk
dat alle netwerkapparatuur toegang
geeft tot internet, bv. de computer die
is aangesloten op de DSL modem en
meestal de router resp. het access
point vormt binnen het netwerk.
Nameserver
Ook DNS (Domain Name Server) zorgt
er voor dat bij een internetadres resp.
URL (bv. www.google.nl) het unieke
IP-adres wordt gezocht.
Wanneer een domeinnaam in de
adresbalk van de browser wordt
ingevoerd, zoekt de DNS het juiste IP-
adres van de server en stuurt de
aanvragen aan die server door.
Hier kan het IP-adres van de DNS-
server van de provider worden
ingevoerd. Het is echter meestal
voldoende om het IP-adres van de
gateway op te geven. Deze stuurt de
aanvragen dan automatisch door naar
de DNS-server van de provider.
DHCP
De DHCP-server wijst automatisch
een IP-adres, het subnetmasker, de
gateway en de DNS toe aan de
netwerkapparatuur.
DHCP's zijn aanwezig in de meeste
moderne routers. De DHCP service
moet apart worden ingesteld resp.
ingeschakeld. Voor verdere informatie
kunt u de betreffende handleiding(en)
raadplegen.
Opmerking:
Wanneer u gelijktijdig gebruik maakt
van vaste IP-adressen en een DHCP-
server, moet u er op letten dat de
vaste IP-adressen buiten de
adresreeks van de DHCP-server
liggen omdat er anders adresconflicten
kunnen ontstaan.
Poort
Een poort is een interface waarover
verschillende programma's met elkaar
communiceren. Bepaalde poorten zijn
vast toegewezen (21: Telnet, 23:
FTP), andere poorten kunnen vrij
worden gekozen. Poorten zijn relevant
bij verschillende toepassingen, bv. bij
externe toegang naar de recorder via
een browser.
MAC
Het MAC-adres (Media-Access-
gebruiker
Control, ook Ethernet-ID genoemd) is
het unieke hardware-adres van de
netwerkkaart.
Dit adres dient voor de eenduidige
identificatie van een apparaat binnen
een netwerk.
34