Nabestelbare accessoires
TFV 20
Accessoires
Slangadapter (tweevoudige
slangverdeler, 2 x Ø 100 mm),
incl. een afsluitdop
Luchtslang Tronect TF-L,
ø 100 mm, lengte 6 m
Slangklem 80 – 130 mm
TFV 30
Accessoires
Slangadapter (drievoudige
slangverdeler, 3 x Ø 100 mm),
incl. twee afsluitdoppen
Luchtslang Tronect TF-L,
ø 100 mm, lengte 6 m
Slangklem 80 – 130 mm
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
De ventilator draait niet:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
De ventilator draait slechts kort en schakelt daarna weer
uit:
• Controleer of het beschermrooster bij de luchtinlaat
geblokkeerd is. Verwijder evt. vreemde voorwerpen.
• Evt. is het motorlager beschadigd. Neem contact op met
de klantenservice.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
10
Artikelnummer
6.100.005.055
6.100.001.115
6.100.009.079
Artikelnummer
6.100.005.061
6.100.001.115
6.100.009.079
turboventilator TFV 10 / TFV 20 / TFV 30
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Evt. het apparaat voor
reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch vakbedrijf of
naar Trotec brengen.
Onderhoud
Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
Behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat er geen vocht in de behuizing komt. Zorg dat
elektrische onderdelen niet in contact komen met vocht.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals
reinigingssprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het bevochtigen van
de doek.
Ventilator en apparaat inwendig reinigen
Waarschuwing
Bij het inschakelen van de perslucht bestaat
letselgevaar door uitstromende perslucht.
Houd de persluchtslang uit de buurt van uw lichaam.
Het is verboden de persluchtslang op personen te
richten.
• Controleer de ventilator en de beschermroosters voor en
na elk gebruik op een probleemloze toestand.
• Na elk gebruik de ventilator reinigen.
• Gebruik perslucht om deeltjes, pluizen, vuil en stof van de
motor, het schoepenwiel en de beschermroosters te
verwijderen. Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het
reinigen van de ventilator.
• Het apparaat is verder onderhoudsvrij.
NL