Storing
Te geringe volumestroom warm
water bij tappunt.
Drukstijging in de stookkring
(drinkwater dringt stookkring
binnen). In de stookkring wordt
evt. het veiligheidsventiel geac-
tiveerd.
Ondichtheid op de warmtewis-
selaar (van buiten).
Bij grotere taphoeveelheden
wordt de doeltemperatuur niet
(meer) bereikt resp. op tap-
punt(en) zakt de warmwater-
temperatuur.
In de circulatiemodus koelt het
water aan het tappunt zeer snel
af resp. fluctureert de taptempe-
ratuur.
Geen verwarming van het
warme water (uitsluitend koud
water op de tappunten).
83514307 ▪ 1/2021-07 ▪ Ext. PAW
Montage- en bedieningshandleiding
Sanitair-water-station WHI freshaqua 22
8 Onderhoud / Storing
8.2. Checklist storing verswaterstation
Oorzaak
Warmtewisselaar is sterk verkalkt.
Koudwaterdruk is te laag (drukre-
duceerventiel verkeerd ingesteld).
Hoog drukverlies door installaties (bijv.
terugslagkleppen, onthardingsysteem
uitsluitend in de drinkwatertoevoer naar
verswaterstation).
Lekkage op de warmtewisselaar door
corrosie of overdruk.
Warmwatertemperatuur is niet hoog
genoeg voor de ingestelde doeltempe-
ratuur.
Warmtewisselaar is verontreinigd of
verkalkt.
De installatiecomponenten zijn niet
groot genoeg voor het verbruik.
Koud water stroomt rechtstreeks in de
ciriculatieleiding in plaats van in de
warmtewisselaar.
Regelparameters passen niet bij de
huidige objectvoorwaarden.
Station niet geaard, daardoor fouten bij
de volumestroombepaling.
Doorstromingssensor is verontreinigd of
defect.
Regelaar is niet in bedrijf (span-
ningloos).
Luchtinsluiting in de stookkring.
Vuilzeef in de stookkring is
verstopt.
Pomp pompt niet.
28-36
Verhelpen
Ontkalk de warmtewisselaar
Controleer de instelling van het drukre-
duceervenntiel en verhoog evt. de instel-
ling.
Drukverschil tussen koud en warm water
elimineren
Vervang de warmtewisselaar. Het sol-
deermateriaal moet geschikt zijn voor de
drink- resp. vulwaterkwaliteit. Waterkwali-
teit controleren. Vervang de warmtewissel-
aar.
Verhoog de warmwatertemperatuur in het
buffervat. Controleer evt. het vermogen
van de warmtegenerator. Het ketelcircuit
dient ca. 10K hoger te zijn dan de
benodigde warm water-temp.
Reinig de warmtewisselaar.
Controleer het ontwerp van de installa-
tie/het systeem en verhoog evt. de ops-
lagcapaciteit, bijv. door het verhogen van
de temperatuur in het buffervat.
Controleer de werking/reinig de systeem-
scheider van de circulatiemodule en ver-
vang deze eventueel.
Programmeer de regelaar om de regeling
van de voorwaarden in de verwarmingsin-
stallatie van het gebouw aan te kunnen
passen (verschillende aftappingen met
constante volumestroom >30s).
Aardingspotentiaal op achterzijde regelaar
tot stand brengen.
Vervang de doorstromingssensor.
Controleer de stroomvoorziening van de
regelaar en breng evt. de stroomvoorzien-
ing tot stand.
Ontlucht de stookkring.
Reinig of vervang de vuilzeef.
Spanningsvoorziening controleren, blokka-
de verhelpen, evt. vervangen