Installatiehandleiding VMC II
4.3.8
Balsifon
Bij een buitenopstelling is de balsifon standaard geactiveerd. De regeling wordt gebruikt om het balsifon niet dicht
te laten vriezen. Bij actief is de waarde 1.
Naam
Display
Balsifon
Balsyph.
verwarming
Act.
activeren
*) 0 = inactief, 1 = actief, 2 = hand/uit, 3 = hand/aan.
4.3.9
Condenspomp
In de 600 en 820 units is standaard een condenspomp geactiveerd. De niveaudetector heeft twee voelers, één
voor hoog en een voor laag niveau. De pomp wordt ingeschakeld als het condenswater niveau hoog bereikt heeft.
De nadraaitijd is 60 seconden. De waarde staat standaard op 1.
Naam
Display
Condenspomp
C.pomp
activeren
Act.
*) 0 = inactief, 1 = actief, 2 = hand/uit, 3 = hand/aan
4.3.10
Vorstregeling
De vorstregeling (PI-regeling) regelt standaard de toevoerventilator terug bij vorstgevaar (=0). Een andere
mogelijkheid is dat niet de toevoerventilator terug wordt geregeld maar een voorverwarmer wordt aangestuurd
(=1). Voorverwarmer stuurt 0-10 V naar H1.
Naam
Display
Vorst-
Vorst
bescherming
mode
mode
*) 0 = regeling door toevoer, 1 = regeling door voorverwarmer
22 / 43
Waarde
Standaard
Minimum
d
0
0
Waarde
Standaard
Minimum
-
0
0
Waarde
Standaard
Minimum
-
0
0
Eenheid
Range
Maximum
3
-
0 - 3*
Eenheid
Range
Maximum
10
-
0 - 3*
Eenheid
Range
Maximum
1
-
0 - 1*