5.2 Elektrische installatie
De elektrische installatie mag alleen door
een elektromonteur worden uitgevoerd.
5.2.1 Product aansluiten
1. Zorg ervoor dat het product voor de
ingebruikneming niet op het stroomnet
is aangesloten.
2. Schakel de stroomtoevoer aan ge-
bouwzijde af.
3. Controleer op spanningvrijheid.
4. Beveilig de stroomvoorziening tegen
opnieuw inschakelen.
5. Aard de warmwaterboiler.
6. Gebruik geen buizen voor de aarding.
7. Beveilig het stroomcircuit met een fout-
stroomveiligheidsschakelaar.
– Uitschakelstroom I
8.
Alternatief 1:
Voorwaarde: Netaansluiting met netstekker
▶
Zorg ervoor dat de netstekker met
een veiligheidscontact uitgerust is.
▶
Installeer een geaarde contactdoos.
Alternatief 2:
8.
Voorwaarde: Netaansluiting vast bedraad
▶
Installeer in de netaansluitleiding
voor de warmwaterboiler een meer-
polige scheidingsinrichting met min-
stens 3 mm contactafstand.
▶
Verbind de elektrische aansluitlei-
dingen. (→ Pagina 49)
5.2.2 Elektrische aansluitleidingen
verbinden
Informatie over de bedrijfsspanning van
het product bevindt zich op het typeplaatje.
0020255571_02 Installatie- en onderhoudshandleiding
: 30 mA
N
5.2.2.1 Aansluiting SDC.../2 V
éénfasig 230 V ~
1
230 V / 50 Hz
L
N
4
1
Veiligheidstem-
peratuurbegren-
zer
2
thermostaat
5.2.2.2 Aansluiting SDC.../2 S,
SDC.../2 V Tri éénfasig 230 V ~
1
230 V ~
B1
B2
B3
4
1
Veiligheidsbe-
grenzer
2
thermostaat
Installatie 5
t
2
3
R
3
Verwarmingsele-
ment
4
Magnesium-
beschermings-
anode
3
2
t
A1
A2
A3
3
Verwarmingsele-
ment
4
Magnesium-
beschermings-
anode
49