De weergegeven pro-
grammaduur verandert
tijdens het droogproces.
Wasgoed wordt niet
goed droog of is nog te
vochtig.
Droogtijd te lang.
De vochtigheidsgraad in
de ruimte neemt toe.
Droogprogramma
afgebroken.
Ongewone geluiden
tijdens het drogen.
Apparaat voelt ondanks
het drogen" koud aan.
Restwater in het con-
denswaterreservoir, hoe-
wel afvoerslang* aan het
apparaat aangesloten is.
* afhankelijk van de uitrusting van het apparaat of beschikbaar toebehoren
--------
Wanneer u een storing door het uit- en inschakelen van de
Aanwijzing: .
droogautomaat niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de
klantenservice.~ Blz. 46
Geen fout. De vochtigheidssensor bepaalt het restvochtgehalte in het wasgoed
en past de programmaduur aan (behalve bij tijdprogramma's).
Warm wasgoed voelt na het einde van het programma vochtiger aan dan
■
het daadwerkelijk is. Wasgoed uitspreiden en laten afkoelen.
Droogdoel aanpassen of drooggraad verhogen. Dit verlengt de droogtijd bij
■
gelijkblijvende temperatuur.
Tijdprogramma kiezen voor het nadrogen van nog vochtig wasgoed.
■
Tijdprogramma kiezen voor een kleine beladingshoeveelheid.
■
Maximale beladingshoeveelheid van een programma niet
■
overschrijden.~ Blz. 22
Vochtigheidssensor in de trommel reinigen. Er kan zich een fijne kalklaag
■
of resten was- en verzorgingsmiddelen op de sensor afzetten en de wer-
king ervan nadelig beïnvloeden.~ Blz. 38
Droging werd afgebroken door stroomstoring, een vol condenswaterreser-
■
voir of door het overschrijden van de maximale droogtijd.
Aanwijzing:
Houd ook de tips voor het wasgoed aan.~ Blz. 26
Apparaat kan met pluizen zijn verontreinigd. Dit veroorzaakt een langere
■
droogtijd. Pluizen verwijderen.~ Blz. 31
Een afgesloten of niet vrij toegankelijke luchtinlaat aan het apparaat kan de
■
droogtijd verlengen. Luchtinlaat vrijhouden.
Een omgevingstemperatuur van minder dan 15 °C en meer dan 30 °C kan
■
de droogtijd verlengen.
Een ontoereikende luchtcirculatie in de ruimte kan de droogtijd verlengen.
■
Ruimte voldoende ventileren.
Ruimte voldoende ventileren.
Wordt het droogprogramma vanwege een stroomstoring afgebroken, pro-
gramma opnieuw starten of wasgoed uitnemen en uitspreiden.
De automatische reiniging van de warmtewisselaar veroorzaakt geluiden. Dat
wijst niet op een storing van het apparaat.
Geen fout. Het apparaat met warmtepomp droogt efficiënt bij lage temperatu-
ren.
Is de optionele afvoerslang* geïnstalleerd, dan blijft vanwege de zelfreinigings-
functie van het apparaat een beetje restwater in het condenswaterreservoir
achter.
Help bij het apparaat
nl
41