MacHINE INSTaLLaTIE
MacHINE UITPaKKEN
Controleer de verpakkingsdoos op enige schade. Meld
beschadigingen direct aan de vervoerder. Controleer of de
volgende onderdelen in de verpakking aanwezig zijn:
• machine
• 2-12V batterijen
• zuigmond
• batterijlader
• padhouder
(s)
•
borstel(s)
INSTaLLaTIE BaTTERIjEN
De batterijen worden geleverd in de machine. U
dient echter nog wel de kabels aan te sluiten op de
accupolen.
waaRScHUwING: Batterijen geven waterstof
gas af. Explosies en brand kunnen een gevolg zijn.
Houd open vuur en vinken uit de buurt! Houd de
batterij vrij tijdens het opladen.
1. Zet de hoofdschakelaar uit.
2. Open de vuilwatertank om toegang tot het
batterijcompartiment te krijgen.
3. Plaats de batterijen in het compartiment zoals de tekening
beneden laat zien.LaaT DE BaTTERIjEN NIET VaLLEN
IN HET cOMPaRTIMENT!
4. Sluit de kabels op de accupolen aan in genummerde
volgorder zoals de tekening beneden laat zien
ROOD op POSITIEF en zwaRT op NEGaTIEF.
Stekker naar machine
ZWART
ROOD
cONTROLE VOOR IN GEBRUIKNaME
1. Bezem het te reinigen oppervlak.
2. Controleer of de batterijen volledig zijn opgeladen (zie
opladen battrijen)
3. Controleer of de zuigmond goed is gemonteerd.
4. Controleer of de borstel goed is gemonteerd.
INSTaLLaTIE PaD EN/OF BORSTEL
1. Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld.
2. Stap op de schobkoppedaal om de schrobborstelhoofd van
de vloer te liften.
3. Indien u een padhouder gebruikt, installeer dan eerst de
pad op de padhouder.
4. Draai de borstelmotor in het slot totdat de veerklem
zichtbaar is het schrobkopvenster.
5. Monteer de padhouder of de schrobborstel op de
borstelmotor door de drie bouten gelijk op te stellen aan
de drie gaten. Eenmaal in de gaten draai de padhouder in
de richting van de veerklem totdat deze vastklikt.
6. Indien nodig, drukt u de borgpen (zie onderdelenlijst #41)
om de motor te bevestigen.
INSTaLLaTIE zUIGMOND
1. Til de zuigmondhandel (zie onderdelenlijst, #27) naar
boven.
2. Monteer de zuigmond aan de beugel. Draag er zorg voor
dat de knoppen volledig in de sleuven bevestigd zijn.
3. Bevetsig de zuigslang aan de zuigmond. Bevestig de slang
met de mee geleverde slangklem.
4. Controleer de zuigrubbers voor de juiste afstelling.
GEBRUIKERSHaNDLEIDING