nadat het bandeinde bereikt is. De band in cassettedeck A loopt verder tot
aan het bandeinde of tot de stop/uitwerp-toets gedrukt wordt. Hetzelfde
gebeurt als de cassette in cassettedeck A korter is, alleen loopt cassette-
deck B dan verder en stopt aan het bandeinde of als de stop/uitwerp-toets
ingedrukt wordt.
CD-speler
Omgaan met CD's
Om een CD uit de beschermhoes te halen drukt u op de middenhouder ter-
wijl u de CD bij de randen vastpakt.
Vingerafdrukken en stof op het afspeeloppervlak verwijdert u voorzichtig met
een zachte doek. In tegenstelling tot Lp's bezitten CD's geen groeven waarin
stof blijft zitten en het schoonmaken met een zachte doek is meestal
voldoende. Wrijf met de doek vanaf het midden naar de buitenranden met
rechte bewegingen. Kleine stofdeeltjes of lichte strepen hebben geen invloed
op de weergavekwaliteit.
Gebruik voor het schoonmaken nooit chemische producten, zoals platen-
spray's, anti-statische-spray's, benzine of thinner. Zulke producten kunnen
het oppervlak van de CD ernstig beschadigen.
Na gebruik moet de CD opgeborgen worden in de bijhorende bescherm-
hoes. Hiermede worden krassen vermeden, welke geluidsvervorming en
overslaan van bepaalde gedeeltes veroorzaken.
Zet de CD niet langdurig bloot aan direct zonlicht, hoge vochtigheid of hoge
temperaturen. Als de CD langdurig blootgesteld wordt aan hoge temperaturen
kan deze hierdoor kromtrekken.
Schrijf niet met een balpen of ander schrijfmiddel op de labelkant en plaats
ook geen stikkers.
14
Afspelen van een compact disc
Inleggen en uithalen van de CD
•
Druk op de POWER-toets aan/uit (4) om het apparaat in te schakelen.
De standby-aanduiding verdwijnt.
•
Druk op de CD-toets (20).
•
Druk op de OPEN/CLOSE-toets (17) om de CD-lade te openen.
Noot: u hoeft niet te wachten, terwijl de wisselaar naar 3 CD's zoekt, de CD-
lade kan direct geopend worden.
•
De CD-vakken zijn genummerd met "1", 2 en 3". Deze cijfers
corresponderen met de CD-aanduiding. De CD-aanduiding veranderd
niet in de positie, maar duidt het vak van de momenteel afspelende CD
aan door het knipperen van het betreffende CD-cijfer.
U kunt max. 3 CD's in de vakken plaatsen. Plaats de CD die u als eerste
wilt afspelen in vak 1. De volgende CD die u wilt horen in vak 2. Voor
de derde CD moet de lade omgedraaid worden. Na het plaatsen van 2
CD's drukt u op de DISK-SPRONG-toets (20) om de lade te draaien.
De CD's moeten juist in het midden gelegd worden en de labelkant
moet naar boven wijzen. Als de CD's niet correct in het midden gepla-
tst worden kunnen deze verschuiven tijdens sluiten van de lade.
Hierdoor kan het mechanisme klemmen of zelfs de CD beschadigen.
•
Na het inleggen van de derde CD drukt u op de OPEN/CLOSE-toets
(17) om de lade te sluiten. De wisselaar leest de informatie van de CD
die nu op de afspeelpositie staat. Het totale aantal muziekstukken en
de totale afspeeltijd worden weergegeven. Een van de 3 CD-
aanduidingen gaat knipperen, om aan te geven, welke CD afgespeeld
zal worden. Voor het afspelen van deze CD drukt u op de WEERGAVE/
PAUZE >II-toets. De wisselaar doorzoekt alle drie vakken en als hij de
1. CD gevonden heeft zal het afspelen beginnen.
•
Het afspelen begint bij het 1. muziekstuk van de eerste CD en loopt
door tot het laatste muziekstuk van de 3. CD afgespeeld is. Tijdens de
weergave, knippert telkens de CD-aanduiding welke momenteel
afgespeeld wordt. Als het laatste stuk van de 3. CD afgespeeld is, stopt
de wisselaar en de informatie van de 1.CD wordt opnieuw aangeduid.
Opmerkingen: Als de CD erge krassen heeft of te vuil is kan de weergave
niet starten.
Als een niet juist gecentreerde CD afgespeeld wordt, kan het mechanisme
geluiden afgeven. Vermijdt het afspelen van zulke CD's.
15