bandenspanningen kunt u de controle over het voertuig
verliezen en is er een grotere kans op ongevallen.
HOE HET GEVAAR TE VOORKOMEN
1. De bandenmodellen staan hieronder vermeld.
Controleer bij het vervangen van de banden wat
de juiste bandenmaten zijn.
Maat
Voor
25×8-12NHS
Achte
25×10-12NHS
r
2. Pomp de banden op tot de aanbevolen spanning:
Voor: 1,8 bar (1,80 kgf/cm
-
Achter: 2,0 bar (2,00 kgf/cm
-
Controleer en wijzig de bandenspanningen wanneer de
banden koud zijn.
De bandenspanning moet aan beide kanten identiek zijn.
3. Een bandenspanning die onder de vermelde
minimumwaarde ligt kan ervoor zorgen dat de
band onder extreme rijomstandigheden loskomt
van de velg. Dit zijn de minimumwaarden:
Voor: 0,63 bar (0,63 kgf/cm
-
Achter: 2,0 bar (2,00 kgf/cm
-
4. Overschrijd de volgende druk niet bij het drukken
van de hielen van de band op de velg:
Voor: 2,5 bar (2,50 kgf/cm
-
Achter: 2,5 bar (250 kgf/cm
-
Een hogere druk kan een klapband veroorzaken. Pomp de
banden zeer langzaam en voorzichtig op. Als de banden te
snel worden opgepompt, kunnen ze klappen.
Het meten van de bandenspanning
Maak gebruik van een bandenspanningsmeter.
OPMERKING:
Meet de bandenspanning twee keer en ga uit van de tweede meting. Stof of vuil in de meter kan ertoe
leiden dat de eerste meting onjuist is.
1. Bandenspanningsmeter
Type
Street Fighter
Street Fighter
2
, 1,80 psi)
2
2
)
2
)
2
)
2
)
Leffert-series V.3 van Frisian Motors, productie na 2014
pagina 22