DIP-SCHAKELAAR
Schoonblaasfunctie
Rotatieschakelaar
Hoog toerental *)
Laag toerental *)
*) Handmatig bedrijf (voor testdoeleinden)
BEDRIJFSINDICATIES
Aan/Alarm
Bedrijf
Rotatie
ALARM
In geval van een alarm zal de regeleenheid na 30 seconden herstarten.
De van toepassing zijnde rode lichtdiode brandt gedurende deze 30 seconden.
Na de herstart gaat de rode lichtdiode uit. Dit gaat zo twee keer.
De derde keer reageert het alarmrelais en het alarm "wordt blijvend".
Dit gebeurt alleen wanneer het alarm zich drie keer binnen 90 minuten voordoet.
Indien dit niet het geval is, begint een nieuwe telling.
De groene lichtdiode brandt met vast licht bij het eerste en het tweede alarm en gaat knipperen bij het
derde.
Alle alarmmeldingen zijn daarna blijvend.
Rotatieschakelaar
Schoonblaasfunctie aangesloten in de stand AAN.
Wanneer de rotor gedurende 30 minuten stil heeft gestaan,
zal de schoonblaasfunctie worden geactiveerd en draait de rotor
gedurende 20 seconden met 12 omw/min.
De rotatieschakelaar aangesloten in de stand AAN.
Wanneer de schakelaar in de stand AAN staat, draait de rotor op het
ingestelde maximum toerental.
Wanneer de schakelaar in de stand AAN staat, draait de rotor op het vast
ingestelde minimum toerental (1 omw. van de motor).
"Spanningsvoeding aan" brandt met vast licht.
Knippert wanneer de regeleenheid is geactiveerd.
Brandt wanneer de motor moet draaien, d.w.z. wanneer het
ingangssignaal hoger is dan de drempelwaarde.
Knippert wanneer de magneet de magneetsensor passeert.
Dit ongeacht de stand van de DIP-schakelaar "Rotatieschakelaar".
Knippert ook wanneer het ingangssignaal lager is dan de ingestelde
drempelwaarde.
Deze schakelaar alarmeert en reageert wanneer bij minimum toerental
(1 omw/min op de motor) niet om de 30 minuten, en bij maximum
toerental (400 omw/min op de motor) niet om de 20 seconden een puls
wordt ontvangen. De tijd tussen deze snelheden is lineair.
Deze functie kan worden uitgeschakeld met een DIP-schakelaar.
7
Vervolg volgende pagina