GEBRUIKSINSTRUCTIES
1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de meststofstrooier goed gemonteerd zijn voor gebruik.
2. Sluit de strooiopeningen onderaan de trechterbak door middel van de bedieningshendel (18.1).
3. Vul de trechterbak. Doe dit niet op het gazon, zodat per ongeluk gemorste meststof of ander te
strooien materiaal geen extreme overbemesting of andere beschadiging kan veroorzaken.
4. Stel de gewenste waarde in door de regelknop voor het strooien (18.2) te verdraaien. De gewenste
instellingen zijn te zien in het venster (18.3).
5. Begin met de meststofstrooier te lopen en druk dan de bedieningshendel in om de trechterbak
te openen (18.1). Stop pas met stappen nadat je de trechterbak weer gesloten hebt met de
bedieningshendel. Laat de meststofstrooier niet open staan als u hem draait. Zet hem uit als u het
einde van een strook bereikt en open hem weer als u met de volgende strook begint. Duw altijd de
strooiwagen bij het strooien. Wanneer je de strooiwagen naar achteren zou trekken terwijl de trechter
open staat, kan deze een te grote hoeveelheid strooien en het gazon beschadigen.
6. De meststofstrooier is ontworpen om geduwd te worden met een snelheid van 5 km per uur.
Langzamere of hogere loopsnelheden zullen het strooibeeld veranderen.
STROOI-INSTELLINGEN
Wegens de grote verscheidenheid aan meststoffen en hun verschillende dichtheid kunnen we geen
algemene instellingen aangeven voor alle producten. Om de beste instelling van het apparaat vast te
stellen voor het product dat u wenst te strooien doet u best een test. Vul hiervoor de trechterbak met
het aantal kilo's meststof die aanbevolen worden voor de behandeling van bepaalde oppervlakte.
Stel het strooiniveau in op een zeer lage stand en verspreid het product over deze oppervlakte. Pas de
instelling naar boven aan nadat u vastgesteld hebt hoeveel product op het testoppervlak is aangebracht.
Denk eraan: het is veiliger om bij de test te weinig toe te dienen en de instelling later indien nodig te
verhogen. Te veel toegediende meststoffen kunnen uw gazon verbranden.
ONDERHOUD EN BEWARING
Verwijder na ieder gebruik van het toestel alle resten van meststoffen, zaden of strooizout uit de
trechterbak. Reinig ook zeker de strooischijf onderaan. Kunstmest die aan de schoepen blijft hangen
kan leiden tot ongelijkmatige verspreiding. Was de meststofstrooier met water en laat hem drogen. Het
toestel moet niet gesmeerd worden. Bewaar de meststofstrooier in een droge ruimte, buiten het bereik
van kinderen aan een temperatuur tussen - 5° en +30°C.
AFVALVERWERKING
Voor een juiste behandeling, terugwinning en recycling dient u dit product en de verpakking naar
aangewezen inzamelpunten voor recycling te brengen, overeenkomstig de regionale en nationale
voorschriften.
7