Spuitopeningen en contactpunten van de
inktcartridges schoonvegen
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
3
Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en
veeg de spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.
4
Houd een ander schoon gedeelte van de doek ongeveer drie seconden tegen
de contactpunten en veeg de contactpunten voorzichtig schoon in de
aangegeven richting.
5
Herhaal stap 3 en stap 4 met een schoon gedeelte van de doek.
6
Laat de spuitopeningen en de contactpunten volledig opdrogen.
7
De inktcartridges zijn teruggeplaatst in de printer.
8
Druk het document nogmaals af.
9
Als de kwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen. Zie
"Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen" op pagina 76 voor meer
informatie.
Printer onderhouden
77