Inhoudsopgave
Advertenties
1. Plaats de kaartbehuizing terug op de systeemkaart voordat u hem in de computer monteert
(zie De kaartbehuizing terugplaatsen).
2. Plaats de pakking van de multimodusbeeldschermpoort terug.
3. Plaats de linkerrand (VGA-connector en USB/E-SATA-poort) van de systeemkaart in de basis van de computer
waarbij u ervoor zorgt dat de systeemkaart door het VGA-paneel past, de pakking voor de multimodus
HD-videoconnector goed is geplaatst en de kabel van de chipkaarteenheid niet in de weg zit.
4. Sluit de gelijkstroomkabel aan op de onderkant van de systeemkaart.
5. Leg de systeemkaart op zijn plek en druk omlaag op de hoek rechtsachter van de systeemkaart om hem aan
te sluiten op de I/O-kaart.
6. Plaats de acht M2,5 x 5 mm-schroeven van de systeemkaart terug.
7. Plaats de twee M2 x 3 mm-schroeven voor de kaartbehuizing terug.
8. Leid de 1394-kaartkabel en sluit hem aan op de connector op de systeemkaart. Duw omlaag op het platte
gedeelte van de kabel om hem op de systeemkaart vast te zetten.
9. Installeer de Wi-Fi-snifferkabel op de systeemkaart.
10. Sluit de chipkaartkabel aan op de connector op de systeemkaart.
11. Plaats de SIM-kaarteenheid terug (zie De SIM-kaarteenheid terugplaatsen).
12. Plaats het polssteun, het toetsenbord, de polssteunafdekking en de LED-kap terug (zie De polssteun
terugplaatsen).
13. Plaats het modulaire station terug (zie Het modulaire station terugplaatsen).
14. Plaats de vaste schijf terug (zie De vaste schijf terugplaatsen).
15. Plaats de processor, de processorkoeler en de ventilator terug (zie De processormodule terugplaatsen).
16. Plaats de geheugenmodules terug (zie Een geheugenmodule terugplaatsen).
17. Plaats eventuele mini-PCI-kaarten terug in de WWAN/FCM-kaartsleuf, de WLAN/WiMax-kaartsleuf en de
WPAN/UWB/FCM-kaartsleuf (zie Hoofdstuk 5, 6, 7 en 8 voor hoe u deze terugplaatst).
18. Plaats de knoopbatterij terug (zie De knoopbatterij terugplaatsen).
19. Als u een nieuwe systeemkaart plaatst, schrijf dan het nummer op op het gele etiket dat u vindt aan de
binnenkant van het onderste toegangspaneel. Dit nummer hebt u nodig wanneer u de computer voor het eerst
aan zet om de AMT te kunnen opgeven.
20. Plaats de beeldschermeenheid, de LCD-kabelsleufafdekkingen en het onderste toegangspaneel terug
(zie De beeldschermeenheid terugplaatsen).
21. Volg de procedures in Nadat u gewerkt hebt aan uw computer.
22. Wanneer u de computer voor het eerst aan zet, verschijnt het menu AMT Provisioning. Zie de aanwijzingen op
het technische gegevensblad dat is meegeleverd met uw vervangende systeemkaart.
23. Voer het System Setup-programma uit om de BIOS op de nieuwe systeemkaart bij te werken met het
serviceplaatje van de computer. Voor informatie over de systeeminstellingen, zie de Dell™ Technologiehandleiding
op uw computer of op support.dell.com.
24. Start het hulpprogramma SetXFR om de systeemkaart in staat te stellen om als E6400 XFR-computer te
functioneren. Zie de aanwijzingen op het technische gegevensblad dat is meegeleverd met uw vervangende
systeemkaart.
27 Kaartbehuizing
27.1 De kaartbehuizing verwijderen
WAARSCHUWINGEN:
u de veiligheidsinstructies te volgen die bij uw computer zijn geleverd.
1. Volg de procedures in Voordat u gaat werken aan uw computer.
2. Verwijder eventuele ingestoken PC- of Express-kaarten.
3. Verwijder de systeemkaart (zie De systeemkaart verwijderen).
4. Schuif de schraper onder de behuizing en druk naar buiten om de klemmen aan beide zijden van de
kaartbehuizing los te haken.
Pagina 56
Dell™ Latitude™ E6400 XFR Onderhoudshandleiding
Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient
10-02-09
Advertenties
Inhoudsopgave
