Installatie
Voor de aansluiting is een kraan met
¾"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Wanneer er geen schroefkoppeling aan-
wezig is, mag de vaatwasser alleen
door een erkend installateur op een
drinkwaterleiding worden aangesloten.
Een terugslagklep is niet noodzakelijk.
Het toestel voldoet aan de betreffende
DIN-normen.
De waterdruk moet tussen 50 en
1.000 kPa zijn. Als de waterdruk hoger
is, dan moet een drukreduceerventiel
worden ingebouwd.
Schade door weglekkend water.
De schroefkoppeling staat onder
druk van de waterleiding en weglek-
kend water kan schade veroorzaken.
Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is. Dat kunt u doen door de
kraan langzaam open te draaien.
Corrigeer indien nodig de positie van
de afdichting en de schroefkoppe-
ling.
84
Schade door overdruk.
Een tijdelijk verhoogde waterdruk
kan onderdelen van de vaatwasser
beschadigen.
Sluit de vaatwasser alleen aan op
een volledig ontlucht buisleidingnet,
om schade aan het toestel te voorko-
men.
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning.
In de toevoerslang bevinden zich on-
derdelen onder spanning.
De toevoerslang mag niet worden in-
gekort of beschadigd (zie de afbeel-
ding).