5 Onderhoud van VVM S320
Regelmatige controles
Indien er zich iets ongewoons voordoet, worden er
meldingen over de storing weergegeven op het display
in de vorm van verschillende alarmteksten.
OVERSTORTVENTIEL
Uit het overstortventiel van de boiler ontsnapt soms wat
water als warm water is gebruikt. Dit komt doordat het
koude water bij binnenkomst in de boiler uitzet bij het
verhitten, waardoor de druk toeneemt en de veiligheids-
klep opengaat. Het overstortventiel van het afgiftesys-
teem moet volledig zijn gesloten en mag normaliter geen
water doorlaten.
De werking van het overstortventiel moet regelmatig
worden gecontroleerd. U vindt het overstortventiel
achter het inspectiepaneel aan de voorkant. Controleer
het volgende:
1.
Open de afsluiter.
2.
Controleer of er water door de klep stroomt.
Sluit het ventiel.
3.
Controleer de druk in het systeem, zo nodig bijvullen.
4.
DRUK CONTROLEREN
VVM S320 heeft een drukmeter die de druk van het
verwarmingssysteem toont. De druk moet 0,5 tot 1,5
bar zijn, maar kan afhankelijk van temperatuurschomme-
lingen variëren. Als de druk regelmatig naar 0 bar zakt
of tot 2,5 stijgt, moet u contact opnemen met uw
installateur om het probleem te verhelpen.
VULLEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM
Als de druk in het klimaatsysteem te laag is, moet dit
worden bijgevuld. Zie de installatiehandleiding voor na-
dere informatie.
14
Hoofdstuk 5 | Onderhoud van VVM S320
ONTLUCHTEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM
Bij herhaaldelijk bijvullen van het klimaatsysteem of bij
het horen van luchtbellen vanuit de binnenunit, moet
het systeem wellicht worden ontlucht. Ga daarvoor als
volgt te werk:
Schakel de voeding naar de binnenunit uit.
1.
2.
Ontlucht de binnenunit via de ontluchters en de rest
van het klimaatsysteem via de bijbehorende ontluch-
ters.
Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
3.
derd en de druk klopt.
Na ontluchten moet het afgiftesysteem wellicht worden
bijgevuld.
NIBE VVM S320