Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Montage-Instructies; Afmetingen; Axiale Afwijking - schmersal BNS 33 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor

3. Montage

3.1 Algemene montage-instructies

Bij de montage moeten de eisen van ISO 14119 gerespec-
teerd worden.
• Montage uitsluitend toegelaten in spanningsloze toestand
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet als aanslag
gebruikt worden
• Bevestig de veiligheidssensor uitsluitend op vlakke oppervlakken, om
ongewenste spanningen die de sensor kunnen beschadigen of de
uiterste schakelafstanden veranderen, te vermijden
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet in sterke
magnetische velden geïnstalleerd worden
• Indien mogelijk, de veiligheidssensor niet op ferromagnetisch
materiaal aanbrengen. Indien dit onvermijdelijk is, kunnen de
volgende wijzigingen in de grensafstanden verwacht worden: bij
een afstand van 0...5 mm tussen de bevestigingsvlakken en het
ferromagnetisch materiaal: schakelafstand is nog slechts ongeveer
40 % van de ongestoorde schakelafstand; bij 5...8 mm: ongeveer
80 % van de ongestoorde schakelafstand; > 10 mm: geen beperking
(realiseerbaar met afstandsstuk BN 31/33).
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet aan sterke
vibraties en hevige schokken blootgesteld worden
• Houd de veiligheidssensor en de bediensleutel vrij van metalen
spanen
• Montageafstand tussen twee sensoren min. 50 mm
De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.

3.2 Afmetingen

Alle maten in mm.
Veiligheidssensor met kabel
88
78
4,5
ø 5
LED
Veiligheidssensor met stekker
1000
4,5
78
88
M 8
Bediensleutel
4,5
Afstandstuk
ø 5
78
88

3.3 Axiale afwijking

Een horizontale en verticale afwijking tussen de veiligheidssensor en
de bediensleutel wordt getolereerd. De mogelijke afwijking is afhankelijk
van de afstand tussen de actieve vlakken van de sensor en de
bediensleutel. De sensor blijft actief in het tolerantiebereik.
De opgegeven schakelafstanden hebben betrekking op de
veiligheidssensoren en de bediensleutels als zij tegenover elkaar
gemonteerd zijn. Andere configuraties zijn mogelijk, maar kunnen
evenwel tot andere afstanden leiden.
4
3
zekere schakelafstand:
zekere uitschakelafstand:
15
A
B
5
4
15
15
6
3
0
3
6
Legende
A
Zone basispositie (sensor bediend, vrijgave)
B
Uitschakelbereik (uiterlijk hier zijn alle Reedcontacten onbediend)
NL
88
78
0
1
6
2
5 , 5
3
5
4
5
s
= 5mm
ao
8mm (Bestelindex -2326)
s
=
15mm
ar
18mm (Bestelindex -2326)
BNS 33
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave