2.1.2 Het justeren van de temperatuurwaarde
De temperatuur wordt in twee willekeurig gekozen punten gemeten, een aanpassing is
in beide temperatuurpunten mogelijk.
De servicefunctie "Tmp Adj" opvragen, zie hoofdstuk 2.1.
Met de toets PRINT bevestigen. De actuele instelling voor de eerste
temperatuurpunt verschijnt. Of de fabriekinstelling 80°C kiezen, of de gewenste
temperatuur met de navigatietoetsen kiezen (keuzemogelijkheid binnen het
bereik 50–130°C).
Met de toets PRINT bevestigen, de eerste opwarmingsstap wordt gestart. De
resterende tijd wordt afgelezen.
De temperatuurkalibratie voor de 1ste punt wordt na 15 minuten afgerond. De
temperatuurwaarde op het toestel DLB-A01N met de temperatuur op de
vochtbepaler vergelijken. Indien de beide waarden verschillen, dienen met de
navigatietoetsen worden aangepast en met de toets PRINT bevestigd.
De actuele instelling voor de tweede temperatuurpunt verschijnt. Of de
fabriekinstelling 150°C kiezen, of de gewenste temperatuur met de
navigatietoetsen kiezen. De tweede temperatuurpunt moet tenminste 30°C
boven de eerste liggen, max. 160°C.
Met de toets PRINT bevestigen, de tweede opwarmingsstap wordt gestart. De
resterende tijd wordt afgelezen.
De temperatuurkalibratie voor de 2de punt wordt na 15 minuten afgerond. De
temperatuurwaarde op het toestel DLB-A01N met de temperatuur op de
vochtbepaler vergelijken. Indien de beide waarden verschillen, dienen met de
navigatietoetsen te worden aangepast.
Met de toets PRINT bevestigen. Het justeren wordt afgerond, het toestel wordt
terug in het menu gezet. Naar de weegmodus met de toets ON/OFF teruggaan.
6
DLB_A01N-BA-nl-1510