12
| Installatie
4.6.2
Condensatie en warmte-isolatie
Buitenluchtkanaal en afvoerkanalen moeten altijd goed worden geïsoleerd om condensatie tegen te gaan. Met name
rond kanalen die direct op de unit zijn aangesloten, is isolatie erg belangrijk. Alle kanalen in koude ruimten/gebieden
moeten goed worden geïsoleerd. Gebruik een isolatie (minimaal 100 mm mineraalwol) met plastic dampwering. In
ruimten met zeer lage buitentemperaturen in de winter moet extra isolatie worden aangebracht. De totale dikte van de
isolatie moet minimaal 150 mm zijn.
Pas op
• Als de unit op een koude plaats wordt geïnstalleerd, dienen alle verbindingen te worden geïsoleerd en
afgeplakt.
• Kanaalaansluitingen/kanaaleinden dienen tijdens opslag en installatie te worden afgedekt
• Sluit geen droogtrommel aan op het ventilatiesysteem
4.6.3
Geluiddempers
Om te voorkomen dat het geluid van de unit via het kanaal wordt overgedragen, moeten geluiddempers worden geïn-
stalleerd op zowel de toevoerlucht als de afvoerlucht.
Om te voorkomen dat geluid via het kanalensysteem van kamer naar kamer gaat en om geluid van het kanalensysteem
zelf terug te brengen, wordt de installatie van geluiddempers voor iedere opening aangeraden.
15162113 | A002