nl Wat te doen bij storingen?
Storing
Binnenzijden van het
apparaat nat na het
spoelen.
Etensresten op het
serviesgoed.
50
Oorzaak
Geen fout van het apparaat.
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Zeven 1j vuil.
Zeven 1j onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest het
sensorsysteem voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Hoge, smalle serviesdelen
worden in de hoeken
onvoldoende uitgespoeld.
Bovenste servieskorf 12 rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Oplossing
Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen" zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de vaatwasser, stroomt
omlaag en wordt weggepompt.
Het serviesgoed zo inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Het serviesgoed zo inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet
wordt gehinderd.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen.
~ "Reinigen en onderhouden"
op pagina 42
Zeven reinigen. ~ "Reinigen en
onderhouden" op pagina 42
Zeven goed aanbrengen en vastklikken.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen. ~ "Sensorinstelling"
op pagina 38
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen. ~ "Sensorinstelling"
op pagina 38
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin
en niet in de hoeken inruimen.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.