Inhoudsopgave
Advertenties
10. Laat de motor gedurende minimaal 1 minuut onbelast draaien vóór u de machine
gebruikt.
8.1.2
Warmstarten
Bij het warmstarten (onmiddellijk na het uitschakelen van de motor), volgt u punten 1,5,6,7 van
bovenstaande procedure.
8.2
De motor gebruiken (Fig. 5)
De snelheid van het snijgereedschap wordt geregeld door de gashendel (2) die zich op de
bedieningshandgreep (4) bevindt.
De gashendel werkt uitsluitend wanneer de veiligheidsknop (3) tegelijkertijd wordt ingeduwd.
De draaibeweging wordt van de motor naar de aandrijfas overgebracht d.m.v. een
centrifugaalkoppeling die voorkomt dat de as draait wanneer de motor op zijn laagste snelheid
draait.
De correcte werksnelheid wordt bereikt door de gashendel (2) zo ver als mogelijk in te duwen.
8.3
Uitschakelen van de grastrimmer
Waarschuwing: De snijkop draait na het stilvallen van de motor nog een
paar seconden door.
1.
Laat de gashendel (trekker) los en laat de motor eventjes op stationair toerental draaien.
Zet de ontstekingsschakelaar in de "uit"-stand, op het toestel aangeduid als "STOP".
2.
3.
De motor valt nu stil.
8.4
Gebruik van de grastrimmer
Maai het gras alsof u door een gang loopt van ongeveer 1,5 m breed. Wandel stap voor
stap, maai van links naar rechts en vice versa. Zorg ervoor dat u na elke stap goed in
evenwicht staat (Fig. 8).
Precisietrimmen: hou de machine lichtjes gekanteld zodat het onderste deel van de
snijdraadkop de grond niet raakt en de snijdraad zich op het gewenste punt bevindt. Hou
het snijgereedschap altijd op een afstand van de operator.
Trimmen in de buurt van afrasteringen, fundamenten: breng de snijdraadkop langzaam
naar afrasteringen, pilaren, rotsen, muren, enz. zonder ze hard te raken. Wanneer de
snijdraad een vast voorwerp raakt, kan hij afbreken, verstrengeld raken of overmatig
slijten. Wanneer hij verstrengeld raakt in een afrastering, kan hij abrupt afbreken (Fig. 9).
Trimmen rond bomen: loop van links naar rechts rond de boom en nader de stam
langzaam zodat u de boom met de snijdraad niet raakt. Hou de snijdraadkop lichtjes naar
voor gekanteld. Onthoud dat de nylon draad stukjes van een struik kan wegsnoeien of een
struik kan beschadigen en dat de slagkracht van de nylon draad tegen de stam van
struiken, bomen of bomen met een zachte schors de plant ernstig kunnen beschadigen
(Fig. 10).
De snijdraadtrimmer heeft een duwmechanisme dat snijdraad kan toevoeren zonder dat
de motor moet uitgeschakeld worden. Om extra snijdraad toe te voeren tikt u de
snijdraadkop lichtjes tegen de grond aan terwijl u het toestel gebruikt op hoge snelheid
(Fig. 11).
NOTA: Werk altijd met een snijdraad op maximale lengte. Het toevoeren van
snijdraad wordt steeds moeilijker wanneer de snijdraad korter wordt.
Copyright © 2017 VARO
POWXG3028
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
