Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Montage-Instructies; Afmetingen; Elektrische Aansluiting - schmersal EDR Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Noodstopbedienorgaan

3 Montage

3.1 Algemene montage-instructies

• Noodstopbedienorgaan EDRR EFR in onbediende toestand met mon-
tageflens ELM monteren, uitlijnen en vastschroeven (max. 0,6 Nm).
• Veerelement EFR in de middelste positie van de montageflens ELM
(positie 3) klikken. Het veerelement EFR wordt in opgespannen
toestand geleverd.
• Het bedienorgaan EDRR EFR wordt door het bedienen met het vee-
relement EFR gearrêteerd, d.w.z. mechanisch verbonden. Door het
veerelement naar rechts te draaien en aansluitend eraan te trekken,
wordt het veerelement opnieuw opgespannen en de noodstopcompo-
nent in basispositie gebracht.
• Contactelement(en) EF... in positie(s) 1 (en/of 2) van de montageflens
ELM vastklikken.
• Veerelement EFR: om een foutieve montage te verhinderen, raden wij
aan de meegeleverde borgplaat (A) met behulp van de beide borgrin-
gen (B) 4 mbo 09 te monteren, na het aanbrengen van de contacten
(zie foto). Hiervoor is geen speciaal gereedschap vereist. Deze borg-
plaat garandeert een correcte bevestiging van de contactelementen.
B
A
• Het noodstopbedienorgaan is operationeel.

3.2 Afmetingen

Afmetingen noodstopbedienorgaan EDRR
Ø 49 (Ø 38,5)
a)
b)
c)
d)
1 3 2
e)
f)
g)
a) Noodstopbedienorgaan EDRR
b) Noodstoplabel;
c) Klemneus;
d) Montageflens ELM
e) 2 x contactelement EF (Pos. 1 + 2),
1 x veerelement EFR (midden, Pos. 3)
f) Borgplaat
g) borgringen 4 mbo 09
29
Afmetingen van de contactelementen EF in ingebouwde toestand
60
46
a) Maximale contactbezetting (2 contactelementen, max. 4 contacten)

4 Elektrische aansluiting

4.1 Belangrijke opmerkingen:

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitge-
voerd worden.
Er moet minstens een contact met gedwongen verbreking in
het veiligheidscircuit geïntegreerd zijn.
Na het aansluiten moeten de contactelementen gereinigd worden (ka-
belresten enz. verwijderen).
De bevestigingsschroeven van de contactelementen moeten met een
aandraaimoment van 0,8 Nm vastgeschroefd worden.

4.2 Contactvarianten

De volgende contactcombinaties mogen gebruikt worden:
• Schroef- of fastonaansluiting:
– 1 × EF 303 (1 NC/1 NO) + 1 × EF 220 (2 NC) of
– 2 × EF 303 (1 NC/1 NO) of
• EFK Cage-Clamp: contactgegevens op aanvraag
EF 220. 1
EF 220. 2
11
12
31
21
22
41
EF 303. 1
EF 303. 2
11
31
12
23
24
43

4.3 Schakelwegen

0
3
6
3
EF 303.1/.2/.3
NL
EDR EFR
52
52
EFR
EFR
10
10
10
10 10
a)
EF 220. 3
32
51
52
42
61
62
EF 303. 3
51
32
52
44
63
64
0
2
6
EF 220.1/.2/.3
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Efr

Inhoudsopgave