Storing
Binnenzijden van het appa-
raat zijn nat na de afwascy-
clus.
Etensresten op het servies-
goed.
Oorzaak
Geen fout. Voor het conden-
satiedrogen zijn waterdrup-
pels in de spoelmiddelhou-
der het reservoir noodzake-
lijk en gewenst. Het vocht in
de lucht condenseert tegen
de binnenwanden van het
apparaat, stroomt omlaag en
wordt weggepompt.
Serviesgoed is te dicht op el-
kaar ingeruimd.
Servieskorf is te vol.
Sproeiarmen kunnen niet
ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen
zijn verstopt.
De zeven zijn vervuild.
De zeven zijn onjuist aange-
bracht en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Serviesgoed is te goed voor-
gereinigd. Het sensorsys-
teem kiest daarom voor een
zwak afwasprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeel-
telijk niet worden verwijderd.
Storingen verhelpen nl
Verhelpen van storingen
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Ruim het serviesgoed met voldoen-
1.
de tussenruimte in.
De sproeistralen moeten het opper-
vlak van het serviesgoed kunnen
bereiken.
Vermijd aanraakpunten.
2.
Ruim het serviesgoed met voldoen-
1.
de tussenruimte in.
De sproeistralen moeten het opper-
vlak van het serviesgoed kunnen
bereiken.
Vermijd aanraakpunten.
2.
Ruim het serviesgoed zo in dat het
▶
serviesgoed de draaibeweging van
de sproeiarm niet hindert.
Reinig de sproeiarmen
▶
→ Pagina 48.
Reinig de zeven.
▶
→ "Zeven reinigen", Pagina 47
Breng de zeven goed aan.
1.
→ "Zeefsysteem", Pagina 47
Zet de zeven vast.
2.
Kies een krachtiger spoelprogram-
▶
ma.
Pas de gevoeligheid van het sensor-
▶
systeem aan.
→ "Sensoren", Pagina 15
Verwijder alleen grove etensresten
▶
en spoel het serviesgoed niet voor.
Pas de gevoeligheid van het sensor-
▶
systeem aan.
→ "Sensoren", Pagina 15
53