VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water. Start het apparaat nogmaals door te
20°
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
drukken op toets Start/Pauze (Start/Pause). Na
10 seconden wordt de deur ontgrendeld.
•
- Het apparaat pompt geen water weg.
•
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
•
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
45°
25