6.
U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe
wachtwoord in als u de projector weer start.
7.
Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Beveiligingsinstellingen
wijzigen zodra het OSD-menu is geopend. Druk op MODE/ENTER. Het bericht
"WACHTWOORD INVOEREN" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
i. Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen. Druk op
druk op
inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren. Druk op
Beginschermblokkering te selecteren en druk op
De functie Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis kan dan worden
gewijzigd.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "WACHTWOORD
INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken
om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te
houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude
wachtwoord in te voeren.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden
van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG is ingesteld op Aan als u
wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1.
Druk op SOURCE op de projector of
afstandsbediening. Er verschijnt een
bronselectiebalk.
2.
Druk op
geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de
informatie over de geselecteerde ingang een
aantal seconden in de hoek van het scherm
weergegeven. Als er meerdere apparaten op de
projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen
1-2 om een ander signaal te zoeken.
•
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de
verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"-presentaties met stilstaande beelden zijn
doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
•
De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 4:3. Voor de beste
beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van deze resolutie.
Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling
"beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan
optreden. Zie
/
om Uit te selecteren. U hoeft de volgende keer dat u de projector
/
totdat het gewenste signaal is
"De beeldverhouding selecteren" op pagina 24
om Inschakelblokkering te selecteren en
/
om Uit te selecteren.
Computer1/YPbPr1
Computer2/YPbPr2
Video
S-Video
voor details.
om
Bediening
23