De standaardinstellingen van het apparaat
• Wanneer u op de aan/uit-knop drukt, begint met afdrukken, of
wanneer een fax wordt ontvangen, zal het apparaat uit de
energiespaarstand ontwaken.
• Druk op
(Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. >
Ontw.gebeurt. > Druk op knop > Aan
u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand.
•
Luchtdrukcorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door
de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven
zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt.Ga na op welke
hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie
"Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 202).
4
Kies de gewenste optie en druk op OK.
5
Druk op OK om de selectie op te slaan.
6
Druk op
(Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Raadpleeg de onderstaande koppelingen voor het configureren van
andere nuttige instellingen voor het gebruik van het apparaat.
• Zie "Verschillende tekens invoeren" op pagina 203.
• Zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 203.
• Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 44.
• Zie "Het faxadresboek instellen" op pagina 204.
op het bedieningspaneel.Als
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
36