Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geactiveerd, wordt het
aantal trommelbewegingen geredu-
ceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme worden ge-
wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge-
bruikt in de programma's Witte was /
Bonte was , Miniwas , Stijven en Automa-
tic .
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de Start - toets
en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De wasautomaat moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
62
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Witte was / Bonte was
60°C .
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Behoedzaam wassen"
niet is geactiveerd;
of een:
1 = wanneer "Behoedzaam wassen"
wel is geactiveerd.
F Door één keer op de Start - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
– 0 op 1, waarmee u "Behoedzaam
wassen" activeert;
– of van 1 op 0, waarmee u "Behoed-
zaam wassen" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram-
meerd en blijft dat totdat de andere va-
riant wordt gekozen en geprogram-
meerd.